Moderne Vlaming heeft (te) veel schermen
De Vlaming omarmt smartphones, Whatsapp, Netflix en zelfs wearables. Maar hoe meer schermen en digitale diensten, hoe hoger de nood om dat rijk mediagebruik in toom te houden.
iMinds en de Universiteit Gent onderzoeken met de Digimeter jaarlijks het mediagebruik van de Vlaming. Uit die doorlichting leren we dat klassieke media zoals lineaire televisie er niet op achteruitgaat. Maar vooral bij jongeren, twintigers en jonge dertigers komen er een hoop nieuwe media bij in het dagelijks ritme.
Volgens de Digimeter heeft 68,5 procent vandaag een smartphone, 58,3 procent een tablet, 78,8 procent heeft een laptop en 51,1 procent een desktop. Behalve op de nog steeds groeiende smartphonemarkt blijven die cijfers min of meer stabiel. Voor het eerst meet het onderzoek ook naar wearables, die vandaag 7,6 procent van de Vlaamse bevolking bereiken.
Maar het gebruik van nieuwe media via over-the-top-diensten (OTT) neemt wel toe. Zo bereikt Netflix vandaag 12 procent van de Vlamingen (600.000 mensen) maar stijgt het aantal Vlamingen dat Facebook Messenger dagelijks gebruikt van 30 naar bijna 40 procent. Voor WhatsApp is dat een kwart van de bevolking en ook Snapchat bereikt vandaag 15 procent van de Vlamingen, hetzij vooral jongeren. Doorgaans heeft 78 procent meer minstens drie schermen in huis. Voor 26 procent zijn dat er vijf of meer.
Meer media + minder tijd
Professor Lieven De Marez wijst er op dat die mediaconsumptie het lastig maakt voor bepaalde gebruikers. Zo zijn twintigers en jonge dertigers vaak heel intensieve gebruikers van nieuwe media, wat ze al deden toen ze nog jonger waren. “Maar in die levensfase wordt de tijd om het te gebruiken zeer schaars, onder meer door hun job of omdat ze kinderen hebben,” zegt De Marez. Tegelijk neemt het gebruik ervan soms een verslavingsvorm aan.
“Er komen meer schermen in huis, we gebruiken OTT-diensten bovenop klassieke media. Daar komt nog bij dat 44 procent van de Vlamingen minstens een uur per dag op Facebook zit. Dan merk je fenomenen van verslaving.”
Zelfregulering
De Marez doet geen uitspraken over het gevaar of de impact ervan. Maar merkt wel op dat er een soort modus vivendi ontstaat waarbij mensen zichzelf gedragsregels gaan opleggen. “Ze gaan bijvoorbeeld bewust studeren op plaatsen waar je je smartphone niet mag gebruiken.”
In bepaalde gevallen (1,5 procent), gaan mensen zelfs hun smartphone weer inruilen voor een gewone gsm, of verlaten ze Facebook (2,5 procent). Maar dat blijft een minderheid. “Tussen die 1,5 procent die er mee stopt en de 69% die een smartphone heeft ligt een soort zelfregulering”, aldus De Marez. “Digitale technologie zal zeker niet verdwijnen, maar we gaan er wel anders mee omgaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier