Nog hypothetische Belgische Hadopi-wet zorgt nu al voor discussie
Het schrikbeeld van een criminalisering van het illegaal downloaden, van een wet die geen antwoord biedt voor de echte uitdaging die de bescherming van de cultuur en de internetgebruikers inhoudt, begint in verschillende kringen voor nervositeit te zorgen.
Het schrikbeeld van een criminalisering van het illegaal downloaden, van een wet die geen antwoord biedt voor de echte uitdaging die de bescherming van de cultuur en de internetgebruikers inhoudt, begint in verschillende kringen voor nervositeit te zorgen.
In België werd nog geen enkele wet zelfs maar in grove lijnen geschetst in verband met het illegaal downloaden (van muziek, spelletjes, video’s en wie weet morgen boeken en andere content) via internet. Al lanceren sommige politici wel eerste voorstellen. Zoals Philippe Monfils (MR), die de Franse Hadopi-wet in grote mate zou willen overnemen. De wet is genoemd naar de Franse wet die aanleiding gaf tot de oprichting van de reguleringsinstantie “Hoge autoriteit voor de verspreiding van werken en de bescherming van rechten op internet”.
Of het duo Hellings/Piryns (ecolo/Groen!), dat eerder pleit voor een algemene taks die wordt geïnd door de providers. Ook Karine Lalieux (PS) heeft een standpunt ingenomen en zegt geen van beide voorstellen te kunnen steunen (“criminalisering van illegaal downloaden heeft nooit gewerkt, net zomin als een algemene taks”). Zij roept op tot een debat waarin de echte vragen aan bod komen (“Hoe voor iedereen een plaats garanderen op het web? Hoe vermijden dat het Net wordt verpest door het te vergrendelen? Hoe de artiesten een correcte vergoeding garanderen?”).
Tegenover het spookbeeld van een Belgische Hadopi-wet groeit de weerstand. Met name in de vorm van een vereniging die zich heeft omgedoopt tot “Hadopi Mayonnaise” (http://www.hadopimayonnaise.be), ook aanwezig op Facebook, en die belooft elk voorstel nauwgezet onder de loep te nemen. Zo werd een oproep gelanceerd tot de burgers-internetgebruikers om “zoveel mogelijk argumenten te verzamelen voor de besprekingen met de betrokken actoren.”
Enkele van de reeds aangehaalde argumenten tegen Hadopi: de onbetrouwbaarheid van het IP-adres dat geacht wordt de overtreder te identificeren (in feite identificeert dit een infrastructuur, waarvan niets verzekert dat die wel degelijk gebruikt wordt door de verdachte persoon), de “enorme” kostprijs voor de toepassing van de wet (“tot 70.000 euro per dag, op de kap van de belastingbetaler, enkel en alleen om IP-adressen te identificeren”), een niet bewezen doeltreffendheid, het gebrek aan wettelijke alternatieven (ontoereikendheid van het wettelijke downloadaanbod, de rem die wordt gevormd door de downloadquota’s die worden opgelegd door de providers), de disproportie tussen de inbreuk en de “strafmaat” (risico om een heel gezin, een heel bedrijf of een hele gemeenschap de toegang tot het internet te ontnemen in plaats van enkel de overtreder).
De vereniging voegt er bovendien aan toe dat “de Hadopi-wet eerder stoelt op het behoud van de vergoeding van de platenmaatschappijen en een almachtige organisatie voor het beheer van de rechten dan op de verbetering van de omstandigheden van de artiesten. Het is een gemakkelijkheidoplossing die een noodzakelijke reflectie over de toekomst van de cultuur in België en de vergoedingswijzen op de lange baan schuift of zelfs volledig omzeilt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier