De Oekraïense regering zegt dat ze bewijzen heeft dat Rusland betrokken is bij de grote cyberaanval die verschillende overheidswebsites getroffen heeft.
‘Op dit ogenblik tonen alle bewijzen aan dat Rusland achter de cyberaanval zit’, dixit het ministerie van Digitale Transformatie in een persbericht.
Het ministerie plaatst de sabotage in de ‘hybride oorlog die Rusland sinds 2014 voert tegen Oekraïne’. De cyberaanval moet niet alleen ‘de samenleving intimideren’, maar ook de situatie in het land ‘destabiliseren’ door het vertrouwen van de Oekraïners in hun overheid te ondermijnen, klinkt het.
Spanningen
De cyberaanval vond deze week plaats te midden van oplopende spanningen tussen Oekraïne en grote buur Rusland. Het Westen beschuldigt Moskou ervan een aanval op zijn buurland voor te bereiden. Rusland stelt dat de ontplooiing van het leger in de grensregio slechts een reactie is op de groeiende en vijandige aanwezigheid van de NAVO in een gebied dat, volgens de Russen, in hun invloedssfeer valt. Er zijn geen plannen om Oekraïne binnen te vallen, houdt Moskou vol.
Oekraïne was de afgelopen jaren meerdere keren het doelwit van Russische cyberaanvallen: in 2017 werden kritieke infrastructuren getroffen en in 2015 was de aanval gericht tegen het elektriciteitsnetwerk.
Destructieve malware
Intussen meldt de Amerikaanse techreus Microsoft zondag dat op tientallen computers in Oekraïne schadelijke software is ontdekt, waardoor die pc’s niet meer bruikbaar zijn. De schadelijke software is niet gericht op afpersing, maar zou dienen om op bevel van de opdrachtgever gegevens te vernietigen. Microsoft spreekt van ‘destructieve malware’.
De software is gevonden op computers van de overheid en bij IT-specialisten, maar ook bij ngo’s. Volgens Microsoft is er een verhoogd risico voor alle computersystemen in Oekraïne.
De cyberaanval startte in de nacht van donderdag op vrijdag tegen tal van overheidswebsites. Wie er achter de aanval zit, zegt Microsoft niet, er zijn geen overeenkomsten met bestaande groepen. Maar specialisten van het bedrijf vermoeden wel dat de aanvaller in opdracht van een land handelde.
