Ward Peeters
‘Over het online ontremmingseffect, of waarom mensen online echt zichzelf (niet) zijn’
Doctoraatsonderzoeker Ward Peeters vraagt zich, na dreigtweets tegen de Antwerp Pride en offline racistisch gedrag op Pukkelpop dat uit cyberspace overgewaaid lijkt, af wat onze ware online aard is.
Het idee dat onze online berichten geen gevolgen hebben in de echte wereld is een concept dat we stilletjesaan mogen opbergen.
Na de dreigtweets tegen de Antwerp Pride dachten we het wel weer even gehad te hebben met de uitschieters van online haatzaaierij. De man, die anoniem wenst te blijven, heeft zich intussen ook geëxcuseerd en heeft het ongeruste deel van de bevolking op het hart gedrukt niet dezelfde haatdragende persoon te zijn in het echte leven zoals hij zich op Twitter voordoet.
Over het online ontremmingseffect, of waarom mensen online echt zichzelf (niet) zijn.
Het argument ‘dit is niet de persoon die ik echt ben’ horen we vaak terugkeren wanneer mensen met de neus op de feitelijke gevolgen van hun online acties gedrukt worden. Maar als we het toch niet eens zijn met onze eigen uitspraken, waarom zeggen we dan de dingen die we zeggen? En waarom distantiëren we ons daarna zo gemakkelijk van onze eigen tweets en posts? Een antwoord op deze vragen kan gevonden worden in de cyberpsychologie en met name in het werk van John Suler: Psychology of the Digital Age (2016), waarin hij het heeft over het online disinhibition effect of het online ontremmingseffect.
Ik zie niets, ik hoor niets, ik zeg alles
Het ontremmingseffect maakt dat we de remmingen die we ervaren wanneer we ons in een echt gesprek zouden bevinden loslaten omdat we ons tot op een zekere hoogte kunnen verstoppen online. We worden vrijer, extraverter en franker. Dit kan positieve effecten hebben op onze online communicatie en mensen dichter bij elkaar brengen omdat gebruikers hun positieve gevoelens beter en vaker durven uitdrukken. Maar het mes snijdt langs twee kanten: negatieve gevoelens en emoties kunnen zo ook sneller en scherper het daglicht zien. De grens tussen de twee is, net zoals de opdeling tussen goed en kwaad, echter niet altijd even gemakkelijk te trekken.
Wat we wel weten is dat, of het nu gaat over positieve of negatieve uitlatingen, er hoe dan ook een zekere afstand is tussen onszelf en de berichten die we de online wereld insturen. Het versturen van online berichten op sociale media kan zelfs anoniem, wat maakt dat ons brein de onmiddellijke consequenties van onze acties kan verwaarlozen. Met andere woorden: nee, je krijgt niet onmiddellijk een mep in je gezicht wanneer je zegt dat je holebi’s wil afschieten op Twitter, en dat is een belangrijk verschil met de ‘echte wereld’.
Suler beschrijft hoe we met online afstand en anonimiteit vaak emoties, gedachten en mensen van elkaar beginnen los te koppelen: ik zie jou niet, jij ziet mij niet. Dit is niet enkel een dissociatie die plaatsvindt in de ruimte, maar ook in de tijd. Wat ik nu post, wordt misschien pas binnen een uur of een dag gelezen. Dit kan ervoor zorgen dat mensen hun online gedrag gaan zien als een soort rolletje en zichzelf er als het ware van loshaken. Of het kan zijn dat mensen het zien als een soort spel: stirring the pot en trolling heet dat dan. Onschuldig volgens sommigen, maar zonder enige vorm van humor of satire vooral een ploertige lege doos.
Twittertrolls op Pukkelpop
Met de recente racistische gezangen van enkele jongemannen op de Pukkelpopweide kunnen we ons de vraag stellen of dit online gedrag nu ook in de echte wereld voorkomt. We krijgen immers achteraf dezelfde verklaringen te horen van zij die betrokken partij zijn: ‘Ik ben enorm geschrokken van mijn eigen gedrag, dit strookt absoluut niet met de persoon die ik ben of wil zijn.’ Deze spijtbetuiging lijkt erg op die van de Twitteraar die de Antwerp Pride bedreigde en zou dus passen in het plaatje van het online ontremmingseffect.
Maar de racistische gezangen vonden offline plaats. Zijn de symptomen van het effect dan ook hier van toepassing? Men zou kunnen argumenteren dat het gedrag werd versterkt door sociale druk of door het feit dat je op een festival het gevoel hebt vrijer en losbandiger te kunnen zijn want ‘ze kennen mij hier toch niet’. Is dit echter een reden om deze boodschap te verspreiden? Het antwoord is even simpel als de vraag zelf: nee. Is het dan een nieuw fenomeen? Nee, dat is het ook niet. Dit gedrag is niet gisteren ontstaan, maar met nieuwe manieren van communiceren wel meer zichtbaar geworden.
Onze ware aard
Zijn we online dan pas echt onze authentieke zelf? Het zou een verleidelijke conclusie kunnen zijn om dit te beweren. Maar de waarheid ligt, zoals vaak, ergens tussen de absolute ja en nee. Het feit dat we online communiceren, anderen niet kunnen zien en de consequenties niet meteen voelen, neemt bij sommigen initiële remmingen weg waardoor ze vrijer gevoelens en emoties kunnen en durven uiten, zowel positieve als negatieve. Al die berichten kunnen daarbovenop in de online wereld een soort van eigen leven gaan leiden en versterkt worden door anderen die je mening of frustratie delen.
Het online ontremmingseffect is een reëel vraagstuk dat door onze cyberspace waart.
Het is veel te kort door de bocht om te zeggen dat onze online vrijheid en anonimiteit de ware aard van de mens naar boven halen. De menselijke psyché is te complex om samengevat te worden in één tweet of in één Freudiaans concept. Bijlange niet iedereen is trouwens ontvankelijk voor het online ontremmingseffect. Wat het ons wel leert, is dat we de verschillende aspecten van onszelf anders uitdrukken wanneer we ons in andere situaties bevinden. Suler benadrukt in zijn werk verder dat hoe we onszelf uitdrukken op de ene plaats niet noodzakelijk dieper, echter of authentieker is dan hoe we onszelf uitrukken op een andere plaats, én dat we onze ware aard pas kunnen doorgronden wanneer we alle puzzelstukken samenleggen.
Het online ontremmingseffect is een reëel vraagstuk dat door onze cyberspace waart. Hoewel de positieve berichten op sociale media de negatieve vaak overspoelen is het essentieel om stil te staan bij de gevaren van online en offline dissociatie. Eén ding is zeker: ‘dit is niet de persoon die ik echt ben’ mag nooit een excuus worden voor het gedrag dat we online vertonen, noch voor onze liedjes op de festivalweide of voor onze gesprekken tijdens de volgende koffiepauze.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier