De FCC heeft de regels die in het Obama-tijdperk werden ingevoerd om netneutraliteit te beschermen, terug afgevoerd. Daardoor hoeven providers het internetverkeer niet meer gelijk te behandelen.
Die regels kwamen er in 2015, om te zorgen dat internetserviceproviders, in Amerika onder andere AT&T, Comcast en Verizon, al het internetverkeer gelijk behandelen, ongeacht wie de verzender of de ontvanger ervan is. Het voorkomt dat Comcast, eigenaar van mediaconglomeraat NBC Universal, voorrang geeft aan (toekomstige) streamingdiensten uit eigen stal boven bijvoorbeeld Netflix of YouTube.
Als advocaat van provider Verizon vocht Ajit Pai tegen die regels, die volgens hem innovatie tegenwerken. Diezelfde Pai werd begin dit jaar door president Donald Trump benoemd als voorzitter van de Federal Communications Commission (FCC). Sindsdien bestaat dat orgaan uit drie republikeinen en twee democraten. De republikeinse meerderheid draaide vandaag de regels terug.
Er rees de voorbije maanden nochtans veel protest tegen die plannen, onder meer van techbedrijven als Apple, Amazon en Netflix. Die zijn bang dat ze worden overgeleverd aan de wensen van providers. Ook verschillende consumentengroepen en burgerrechtenbewegingen willen netneutraliteit behouden.
Wat kan er veranderen?
Niets houdt providers nu nog tegen om ervoor te zorgen dat hun eigen diensten beter te vinden zijn dan die van concurrenten. Een andere mogelijkheid is dat een provider geld vraagt aan sites voor een snelle en stabiele bereikbaarheid. In principe kunnen ze er ook voor kiezen om bepaalde websites te blokkeren, al beloofden de providers dat niet te zullen doen.
Nog een optie: speciale abonnementen. Een consument kan dan bijvoorbeeld betalen voor alleen video-diensten, zoals YouTube en Netflix, of voor sociale media, zoals Facebook, Instagram en Pinterest. ‘Innovatie’, noemen providers dat. ‘Machtsmisbruik’, klinkt het bij internetactivisten.
De providers krijgen alle vrijheid om het netwerkverkeer te manipuleren, maar moeten hun klanten daar wel van op de hoogte brengen, zodat ze in principe voor een andere provider zouden kunnen kiezen. In de praktijk is de machtsconcentratie echter zo groot en de concurrentie zo klein, dat er amper te kiezen valt.
Voor de voorstanders van internetneutraliteit ziet de toekomst van het internet er dus somber uit. Al is de deur nog niet helemaal toe, want zij zullen vrijwel zeker naar de rechter stappen.
Internetneutraliteit in België
In ons land is netneutraliteit niet in de wetgeving opgenomen. Europa stuurt er wel sterk op aan dat providers internetverkeer gelijk moeten behandelen. Twee jaar geleden keurde het Europees parlement daar wetgeving voor goed en vorig jaar werd die gespecifieerd in richtlijnen voor de providers. Vorig jaar liet Minister van Telecom Alexander De Croo nog controleren of de Proximus-abonnementen de Europese regels rond netneutraliteit schenden, maar dat bleek niet het geval. De Europese regels zijn minder streng dan de regels die hiervoor in de Verenigde Staten geldig waren, en laten bijvoorbeeld wel positieve prijsdiscriminatie toe.
De beslissing die de FCC nu nam, zal hoe dan ook een invloed hebben op hoe het internet er in de toekomst voor ons zal gaan uitzien. En als Europese providers zien dat hun Amerikaanse tegenhangers voorrang kunnen geven aan bepaalde diensten, gaan zij daar mogelijk ook voor beginnen lobbyen.
