Schermen alom tegenwoordig in Vlaamse gezinnen

-

Slechts 8 procent van de kinderen tot 4 jaar gebruikt geen scherm. De eerste keer dat kinderen de smartphone of de tablet van hun ouders in hun handjes houden, ligt gemiddeld op 2 jaar en 4 maanden. Dat zijn enkele van de conclusies van een onderzoek van Mediawijs over het mediagebruik en de mediaopvoeding in Vlaamse gezinnen.

Voor deze editie van het onderzoek MediaNest Cijfers lieten 708 ouders hun licht schijnen op het schermgebruik van hun kinderen. Liefst 88 procent van de ouders die de enquête invulden, was een vrouw. ‘Mogelijk zijn moeders nog steeds meer betrokken bij de (media)opvoeding dan vaders of stellen ze zich meer vragen over het mediagebruik van hun kinderen’, zeggen de onderzoekers van Mediawijs.

Schermen zijn alomtegenwoordig bij de Vlaamse gezinnen. Kinderen beginnen er jong mee en gebruiken veel schermen. ‘Dat doen ze gemiddeld 2 uur per dag. In het weekend verdubbelt dat makkelijk, tot gemiddeld 4 uur per dag’, legt Karen Linten, expert mediaopvoeding, uit.

Hoe groter het kind, hoe kleiner het scherm. Bij de kinderen van vandaag torent de televisie nog steeds boven alle schermen uit. Het is het eerste scherm waarmee baby’s en peuters in aanraking komen. De tablet staat op de tweede plaats bij de jongste kinderen. Van de 5- tot 7-jarigen gebruikt 91 procent wel eens de tablet.

De smartphone is volgens het onderzoek aan een serieuze inhaalbeweging bezig. Eén op de twee kinderen onder de 5 jaar mag het toestel al vasthouden. Dat aantal loopt nog gelijk bij de 5- tot 7-jarigen. Vanaf de leeftijdsgroep van 8 tot 13 jaar is het hek van de dam: 72 procent scrolt dan al op het kleine scherm en dat wordt 89 procent van zodra ze 14 jaar zijn.

Kinderen gebruiken hun scherm om filmpjes te bekijken, muziek te beluisteren en te gamen. Als ze ouder worden, komen de sociale media daar bij als extra activiteit. YouTube blijft in elke leeftijdsgroep koning. Vanaf 9 jaar worden ook WhatsApp, Snapchat en TikTok populair.

In dit onderzoek werd ook een vaak vergeten groep bevraagd: ouders van kinderen met een mentale beperking of autismespectrumstoornis. Het mediagebruik en de mediaopvoeding in deze gezinnen komt grotendeels overeen met dat in andere gezinnen. Toch kwamen er ook enkele opvallende verschillen naar boven. ‘Kinderen met een beperking krijgen meer schermtijd, vooral op weekdagen. Voor hen tellen filmpjes nog vaker dan bij de anderen als zoethoudertje of als beloning’, aldus Linten.

Ouders weten meestal waar hun kinderen mee bezig zijn en toch maken ze zich zorgen. Slechts 13 procent van de ouders stelt zich geen vragen over het mediagebruik van hun kinderen. De vragen die ze stellen, zijn heel uiteenlopend, maar er zijn er twee die boven de 50 procent scoren: ‘Kijkt mijn kind te veel naar schermen?’ (55 procent) en ‘Hoeveel schermtijd mag ik geven?’ (52 procent).

‘Schermtijd is dus zorg nummer één en daar maken ouders dan ook graag duidelijke afspraken over’, legt Linten uit. ‘Die regels werken het best als ouders ze zelf naleven, maar dat lukt niet altijd. Uit het onderzoek blijkt dat 72 procent van de ouders zelf niet altijd het goede voorbeeld geeft.’

Mediawijs is het Vlaamse Kenniscentrum Digitale en Mediawijsheid van de Vlaamse overheid en imec vzw. Mediawijs deelt kennis en inspiratie om sterker in de digitale wereld te staan.

Partner Content