Schotland krijgt grootste drijvende windmolenpark ter wereld

© REUTERS

Schotland experimenteert voor het eerst met grootschalige drijvende windmolenparken. Het Noorse Statoil bouwt er een park dat twintigduizend gezinnen van stroom zal voorzien.

Windmolenparken op zee zijn niets nieuws, maar drijvende windturbines zijn dat wel. In tegenstelling tot conventionele windmolens zijn ze niet gebouwd op de zeebodem, maar zijn ze verankerd op de bodem met kettingen.

Het Noorse oliebedrijf Statoil krijgt van de Schotse overheid de toestemming om een park aan te leggen met vijf turbines van 6 megawatt, genoeg om twintigduizend gezinnen van stroom te voorzien.

Drijvende turbines hebben het potentieel om de kosten van windenergie op zee drastisch te verminderen. Ze kunnen niet alleen in een haven geassembleerd worden, maar blijven ook daarna mobiel en kunnen bijvoorbeeld voor reparaties terug naar een haven gesleept worden, of zelfs naar een ander windmolenpark. Bovendien kunnen de molens gebruikt worden in gebieden waar de zee veel dieper is.

Innovatie

“Het is een bijzonder opwindend project,” zegt de Schotse vicepremier John Swinney. “Zowel op het vlak van elektriciteitsproductie als op het vlak van innovatie. Het is een opsteker voor onze energiesector en onze hoogopgeleide werknemers dat Statoil Schotland heeft gekozen voor het grootste drijvende windmolenpark ter wereld.”

Vorige maand nog publiceerde het Energy Technologies Institute (ETI) eenstudie waaruit bleek dat drijvende windmolens al over tien jaar een geloofwaardige, veilige en kostenbesparende vorm van hernieuwbare energie kunnen zijn voor Groot-Brittannië. Als er voldoende geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling, kunnen ze tegen 2025 concurreren met de goedkoopste vormen van hernieuwbare energie, stelt het ETI. (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content