Slimme of onbezonnen verkoop Belgacom?
Nu de nationalisering van Dexia onze schuld met alweer een procent vergroot – wat misschien weinig lijkt maar vooral duidt op de immense hoogte van onze schuld – wordt de druk om extra te besparen (of nieuwe inkomsten te zoeken) alleen maar groter, willen we onze rating niet in gevaar brengen en een drastische verhoging van de rentelasten vermijden.
Nu de nationalisering van Dexia onze schuld met alweer een procent vergroot – wat misschien weinig lijkt maar vooral duidt op de immense hoogte van onze schuld – wordt de druk om extra te besparen (of nieuwe inkomsten te zoeken) alleen maar groter, willen we onze rating niet in gevaar brengen en een drastische verhoging van de rentelasten vermijden. Daarbij suggereert onze premier voor de eerste keer ook de verdere privatisering (of verkoop) van overheidsbedrijven. Onder meer Brussels Airport, Bpost en Belgacom worden genoemd, waarin de overheid respectievelijk 50, 25 en 53% van de aandelen in bezit heeft. Vooral voor Belgacom zijn er heel wat voor- en nadelen verbonden aan een verkoop vandaag en moet er heel bedachtzaam omgesprongen worden met de mogelijkheden.
Een verkoop van Belgacom kan interessant zijn als ‘quick win’ en de impact van de aankoop van Dexia op de staatsschuld in één klap tenietdoen. Het is eveneens een bedrijf dat opereert in een reeds geliberaliseerde markt, met stevige concurrentie (behalve op de businessmarkt) waardoor participatie van de overheid, voor het vervullen van een maatschappelijke opdracht, niet meer noodzakelijk is.
Een slimme verkoop zou overigens meer kunnen opbrengen dan enkel een verlichting van de schuld. Wanneer bijvoorbeeld enkel de dienstenpoten (vaste telefonie, internet, Proximus, BelgacomTV, Telindus) al dan niet afzonderlijk, verkocht worden, maar het netwerk, de infrastructuur, in publieke handen blijft, kunnen er heel wat mogelijkheden ontstaan. Zo kan er een einde gemaakt worden aan de “operationele problemen” die alternatieve operatoren (de OLO’s) ondervinden wanneer zij gebruik willen maken van het Belgacomnetwerk om hun diensten aan te bieden: de voormalige Belgacom-dienstenpoten staan dan op gelijke hoogte met andere operatoren. Vooral op de businessmarkt zou dat de concurrentie een heel stuk aanzwengelen en tot lagere prijzen leiden. In geen geval mogen we het netwerk zelf verkopen: als de infrastructuur voor meer dan de helft in overheidshanden blijft maar derden, waaronder ook alle dienstenoperatoren, op gelijke voet kunnen participeren in het kapitaal, worden investeringen in het netwerk gestimuleerd terwijl een maatschappelijke opdracht behouden blijft.
Een (gedeeltelijke) verkoop zou tevens een einde maken aan een aantal politieke benoemingen en mogelijke belangenvermenging vanwege de overheid wanneer bepaalde beslissingen een impact kunnen hebben op de dividenden die Belgacom jaarlijks uitkeert aan de schatkist.
Dit laatste is echter eveneens een probleem bij verkoop: Belgacom is voor de schatkist een ware cash-koe. Het is twijfelachtig of de eenmalige opbrengst van pakweg 4 miljard euro opweegt tegen de jaarlijkse inkomsten uit dividenden van enkele honderden miljoenen euro, 386 miljoen in 2010 om precies te zijn.
Vraag is ook aan wie je verkoopt: een binnenlandse investeerder, of een buitenlandse sectorgenoot waarbij we weer een Belgisch kroonjuweel uit een sleutelsector in buitenlandse handen zien vallen.
Maar bovenal: een dergelijk rendabel en gezond bedrijf (op de perikelen in het directiecomité na) verkoop je niet met het mes op de keel, met de hete adem van de ratingagentschappen in de nek. Verkopen onder druk resulteert gegarandeerd in een veel te lage verkoopprijs. Beter geen onbezonnen beslissingen tijdens een nachtje onderhandelen dus.
Peter Dedecker Federaal parlementslid voor N-VA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier