De Amerikaanse telecomregulator FCC heeft na zeven jaar opnieuw netneutraliteit ingevoerd. Die maatregel werd geschrapt onder president Trump.
Met de regelgeving ‘Safeguarding and Securing the Open Internet’ mogen internetproviders niet langer diensten of sites discrimineren ten voordele van anderen die de provider betalen voor een snellere verbinding.
Netneutraliteit werd al in 2015 door de FCC opgelegd onder toenmalig Amerikaans president Obama. In 2017 werden die regels onder zijn opvolger Donald Trump weer teruggedraaid. Bij de aanstelling van een Amerikaanse president wordt ook de leiding van de FCC doorgaans gewisseld, waardoor het beleid soms stevig kan draaien.
Lees ook: Daar is netneutraliteit weer
De plannen waren er al langer, maar het duurde lang voor de Amerikaanse politiek een extra raadslid van de FCC had goedgekeurd, waardoor netneutraliteit pas in september vorig jaar werd aangekondigd en nu is goedgekeurd.
Wat is netneutraliteit?
Netneutraliteit is het principe dat een internetprovider geen (legaal) verkeer mag vertragen of blokkeren naar sommige sites of diensten, of verhogen voor diensten die bijbetalen.
Een (fictief) voorbeeld hiervan is dat pakweg Netflix een provider zou betalen voor een optimale snelle verbinding naar de klanten van die provider, en dat in ruil daarvoor een dienst als Disney+ of Youtube op een trager spoor wordt gezet, wat nadelig is voor de gebruikservaring. Netneutraliteit stelt dat alle spelers op dezelfde moeten worden behandeld.
Een interessant detail daarin is dat ook het niet meetellen van dataverkeer niet mag in de VS. Dan gaat het om (meestal mobiele) providers die bijvoorbeeld verkeer van TikTok of Instagram niet meetellen bij je datalimiet. Dat is in beperkte mate wel toegelaten in België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier