Topwetenschappers zijn Playstation-fans

Almaar meer wetenschappers gebruiken gameconsoles. Niet voor hun plezier, maar omdat op die spelcomputers simulaties en wetenschappelijke berekeningen gemaakt kunnen worden waar de doorsnee-computer niet klaar voor is.

Almaar meer wetenschappers gebruiken gameconsoles. Niet voor hun plezier, maar omdat op die spelcomputers simulaties en wetenschappelijke berekeningen gemaakt kunnen worden waar de doorsnee-computer niet klaar voor is.

Een fysicus die voor zijn wetenschappelijk onderzoek de interactie moet nagaan tussen deeltjes – of het nu gaat om astronomisch grote of om moleculair kleine – kan daarvoor doorgaans niet terecht op een gewone pc of laptop. De berekeningen en simulaties die nodig zijn om de daarvoor vereiste grafische beelden te maken, worden dan ook meestal gemaakt met behulp van een dure en niet overal en altijd beschikbare supercomputer.

Het is een slecht bewaard geheim dat de “doordeweekse” Playstation wel over zulke reusachtige mogelijkheden beschikt en via een herprogrammering kun je daarop berekeningen maken en simulaties uitwerken over allerhande wetenschappelijke problemen, van zwarte gaten tot de uitwerking van bepaalde geneesmiddelen. En dat, zo schrijft de gezaghebbende New Scientist, is ook doorgedrongen tot steeds meer vorsers en geleerden, die ook steeds vaker gebruikmaken van de goedkope apparaten waarop tot dusver alleen “jongerenspelletjes” werden gespeeld.

“Het staat vast dat de entertainmentindustrie een belangrijke rol speelt bij het uitstippelen van de richting die de computerwetenschap volgt”, zegt professor Peter Coveney van het Londense University College, die voor scheikundig onderzoek veel gebruikmaakt van supercomputers. “Want het computervermogen dat nu in eerste instantie wordt gemaakt voor het gewone publiek, zal in de toekomst leiden tot talrijke doorbraken op het vlak van wetenschappelijk onderzoek.”

Wat dat concreet kan betekenen, vertelt professor Gaurav Khanna van de University of Massachusetts, die 16 game PS3-machines gebruikt om te berekenen wat er gebeurt als twee zwarte gaten met elkaar in botsing zouden komen. Hij berekent dat dat niet duurder uitvalt dan het gebruik van een supercomputer en dat zo’n spelletjesmachine “even goede resultaten geeft, waarvoor geen lange wachttijden bestaan en die ontelbare keren voor andere onderzoeken kan worden gebruikt”. En dat allemaal omdat in zo’n PS3 een “supercomputer op een chip” zit, ideaal voor wetenschappelijke berekeningen.

Bron: Belga