Traag internet binnenkort verleden tijd voor ruim 35.000 huishoudens
Minister van Telecommunicatie Petra De Sutter (Groen) lanceert een projectoproep voor de telecomoperatoren om werk te maken van vast snel internet voor 35.000 huishoudens. Bedoeling is om zo het aantal ‘witte zones’ te verminderen, gebieden waar geen kwaliteitsvolle breedbandtoegang te vinden is. ‘Die zijn er in ons land en vooral in Wallonië nog te veel. Dat moet veranderen’, zegt De Sutter.
Minister De Sutter lanceerde vorig jaar al een nationaal breedbandplan, om het aantal witte zones in ons land weg te werken. Ze maakte daarbij 41 miljoen euro vrij. Nu de witte zones in kaart zijn gebracht, lanceert de minister deze week projectoproepen met lastenboek. De telecombedrijven moeten hun projecten voor 29 januari indienen en kunnen vervolgens subsidies krijgen. Bedoeling is dat het netwerk tussen het tweede kwartaal van 2023 en 2024 uiteindelijk wordt uitgerold.
‘We moeten degenen helpen die dit het meest nodig hebben. Daarom heb ik gevraagd om huishoudens die nu een zeer trage internetverbinding hebben – minder dan 30 Mbps – voorrang te geven. Met deze projectoproep moeten telecomoperatoren een vaste breedbandinternetverbinding via glasvezel- of coaxtechnologie aanbieden aan ongeveer 35.567 huishoudens die hulp nodig hebben’, zegt De Sutter in een persbericht.
Het gaat om een eerste stap in het bereiken van de Europese connectiviteitsdoelstellingen. Die stellen voorop dat alle huishoudens tegen 2025 toegang hebben tot een internetverbinding van 100 Mbps, en tegen 2030 van 1 Gbps. Momenteel zouden 138.000 huishoudens nog in een witte zone wonen.
Bij de aanleg van de netwerken zal de voorkeur gegeven worden aan glasvezel. ‘Glasvezel zorgt voor stabiel en ultrasnel internet. De snelheid gaat hoger dan 100 Mbit per seconde en kan 1.000 Mbit per seconde bereiken. Glasvezel heeft ook een ecologisch voordeel: er wordt slechts een kleine fractie energie verbruikt, vergeleken met de oude koperkabels. Een kleine ecologische voetafdruk dus.’