Unisys heeft steeds minder zin in grote projecten
“Als de cijfers bewijzen dat 2 op de 3 it-projecten in ernstige moeilijkheden geraken, dan kan het niet dat de schuld telkens bij één partij ligt.” Marc Lambotte, country general manager van Unisys Belux pleit daarom openlijk voor kleinere projecten, met een duidelijk omschreven business case vol exit points. “Dat is iets waar zowel klant als leverancier mee gebaat zijn, een stopzetting hoeft dan niet noodzakelijk meer een falen te zijn.”
“Als de cijfers bewijzen dat 2 op de 3 it-projecten in ernstige moeilijkheden geraken, dan kan het niet dat de schuld telkens bij één partij ligt.” Marc Lambotte, country general manager van Unisys Belux pleit daarom openlijk voor kleinere projecten, met een duidelijk omschreven business case vol exit points. “Dat is iets waar zowel klant als leverancier mee gebaat zijn, een stopzetting hoeft dan niet noodzakelijk meer een falen te zijn.”
Wie Unisys zegt, zegt Phenix: het door de overheid in maart eenzijdig opgezegde contract voor de modernisering van het departement van Justitie. Niet leuk om als dienstenleverancier met zo’n stempel rond te moeten lopen, maar Unisys is in ieder geval niet alleen. Uit cijfers van de Standish Group blijkt dat 19 procent van de it-projecten compleet flopt, en dat liefst 46 procent zich in de gevarenzone bevindt. “Er is dus een fundamenteel probleem met de manier waarop contracten nu opgesteld worden”, zegt Marc Lambotte. “Als iedereen weet dat 2 op de 3 it-projecten vroeg of laat in ernstige moeilijkheden geraken, en zowel klant als leverancier weigeren daar vooraf rekening mee te houden, dan zijn ze wat mij betreft partners in crime. Ondertussen is het al bijna vanzelfsprekend voor veel it-leveranciers om geen geld te verdienen aan het originele project, maar hun inkomsten uit de latere change requests van de klant halen. Of voor klanten om de scope na verloop van tijd in vraag te stellen. Eigenlijk is dat allemaal hetzelfde als er vanuit gaan dat het oorspronkelijke project toch niet rendabel is. Ik pleit dan ook onomwonden voor een business case validator aan beide kanten van het contract.”
Volgens Lambotte heeft het falen van de meeste projecten te maken met wijzigingen in de loop van het contract: de randvoorwaarden worden gewijzigd of de klant heeft plotseling een ander einddoel voor ogen. “En dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Conditions DO change, dus kun je het maar beter gewoon meteen voorzien in het contract. Door zulke duidelijk omschreven exit points in te bouwen, maak je het zowel voor klant als leverancier makkelijker om uit een contract te stappen, niet alleen omdat het niet meer rendabel zou zijn maar evengoed omdat de opdracht door andere technologische vernieuwingen bijvoorbeeld overbodig geworden is. Zelfs de klassieke redenen zoals budgetoverschrijding, te late delivery, of een gebrek aan resources moeten uistappunten worden voor beide partners. Uiteindelijk moeten we zo naar een mentaliteitsverandering gaan, waarbij een vroegtijdige stopzetting niet langer synoniem staat voor een mislukt project. Integendeel zelfs: pulling the plug early moet in veel gevallen juist gezien worden als good governance”. Wat volgens Lambotte zeker niet impliceert dat je geen beloftes meer moet nakomen: “Als er iets in de cultuur van dit bedrijf zit, dan is het wel het nakomen van beloftes; zelfs als het ons extra geld kost. Maar dat wil niet zeggen dat we de volledige verantwoordelijkheid willen dragen voor iets wat helemaal onterecht is.”
Over het mislukte Phenixproject mag en wil Lambotte zich tegenwoordig niet meer expliciet uitlaten: er loopt immers een juridische procedure en al te boude uitspraken zouden nefast kunnen zijn voor de rechtszaak. Toch is het duidelijk dat het hele project bij Lambotte een bittere nasmaak achterlaat. “Ik krijg steeds minder zin in grote, nieuwe contracten met vaste prijzen. Daar zou iedereen beter van afstappen. De omvang van zulke contracten impliceert zo’n grote risico’s, dat het gewoon gevaarlijk wordt. Ik zal alvast extra nadenken wanneer ik een groot contract voorgeschoteld krijg en eerst grondig proberen in te schatten of de potentiële rendabiliteit wel in evenwicht is met de risico’s. Veel beter is het om zulke grote projecten op te splitsen in kleine contracten en daar de eerder genoemde uitstappunten in te verwerken. We maken er overigens geen geheim van dat we het contract met de Vlaamse overheid ook liever opgesplitst zagen in aparte projecten. Dat is meteen ook de reden waarom we geen bod uitgebracht hebben.” (De consortia EDS-Telindus en Accenture-Dimension Data zijn de enige kandidaten voor het nieuwe contract met de Vlaamse overheid, nvdr). “De tijd en het geld dat we al gespendeerd hebben in de nasleep van het Phenix-project, had ik veel liever in een snellere uitrol van de papierloze douane (het andere grote project van Unisys in opdracht van de federale overheid) gestopt.” Een eerste deel van dat project zou tegen december operationeel moeten zijn. Een haalbare deadline, al “moeten we wel met veel overgave werken” klinkt het.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier