Waarom Google een kinderprostitutiesite verdedigt

Els Bellens
Els Bellens Technologiejournaliste bij Data News

Data News selecteerde de beste artikels van 2017. Een daarvan ging over een wetsontwerp dat nu nog steeds in de Amerikaanse senaat ligt. Het op het eerste zicht makkelijk binnen te koppen wetsontwerp werd de speelbal van een strijd tussen politici, politiediensten en groepen die vechten tegen kinderprostitutie enerzijds, en de grote techgiganten van Silicon Valley anderzijds.

Een wetsontwerp in de Amerikaanse senaat dat kinderprostitutie wil afremmen, krijgt half Silicon Valley tegen zich. Hetzelfde achterpoortje dat kinderprostitutiesite Backpage beschermt, zo gaat de redenering, beschermt namelijk ook de Googles van deze wereld. Wat is er aan de hand?

Het wetsontwerp in kwestie heet de Stop Enabling Sex Traffickers Act of 2017. Bedoeling is om het mogelijk maken om websites aan te klagen voor het publiceren van informatie “die is ontworpen om sekshandel te vergemakkelijken”. Om dat klaar te krijgen, wil het wetsontwerp een achterpoortje sluiten in Sectie 230 van de Communications Decency Act (CDA), een wet die sinds 1996 grote delen van het internetverkeer in de VS regelt.

Aanleiding voor de hele hetze is de website Backpage.com, die jarenlang – bewust, zo zeggen tegenstanders – advertenties plaatste voor kinderprostitutie. Het wetsontwerp wil het mogelijk maken voor slachtoffers om Backpage en andere sites aan te klagen. Probleem: diezelfde Sectie 230 werd tot nu toe altijd gebruikt door internetbedrijven om alle verantwoordelijkheid voor het gedrag van gebruikers van zich af te schrijven. De wet wordt daardoor uitvergroot tot een debat rond vrije meningsuiting, en hij krijgt, oh ja, de volledige lobby van Silicon Valley tegen zich. Voorlopig heeft alleen Oracle, als groot techbedrijf, zich achter het wetsontwerp geschaard.

Wat is Backpage?

Inspiratie voor het wetsontwerp is de site Backpage.com. Die zoekertjessite kwam vooral op nadat de veel grotere en bekendere Craigslist zijn ‘adult’-sectie in 2010 verwijderde. Ze werd dan ook vooral gebruikt voor zoekertjes en advertenties van het seksuele soort. Een bijzonder groot deel daarvan waren advertenties voor prostitutie, wat in het merendeel van de VS illegaal is.

Na jarenlang onderzoek tegen de website kwam de politie vorig jaar naar buiten met een onderzoeksrapport, waarin ze stelt dat de bazen van Backpage wisten dat ze met illegale dingen bezig waren. Volgens het rapport heeft Backpage.com bewust kinderprostitutie geholpen via de zoekertjes op zijn site.

Hoe ging dat? Prostitutie is, zoals gezegd, illegaal in de VS, dus kwam Backpage in 2010 op de proppen met een systeem waarmee sleutelwoorden die zoals ‘full service’ en ‘no limits’, samen met prijslijsten voor diensten van minder van 24 uur, automatisch uit advertenties gestript werden. Een handige manier om zichzelf in te dekken omdat er niet openlijk naar prostitutie werd gehint, en de gecensureerde advertentie kon vervolgens gewoon op de website komen. Waar ze dus nog altijd prostitutie promootte, maar dan zonder het zo te noemen. Tegen eind 2010 zou zo’n 70 tot 80 procent van de advertenties op Backpage gestript zijn van een of ander problematisch woord.

Vervelender wordt het, wanneer bleek dat hetzelfde systeem ook gebruikt werd om advertenties voor kinderprostitutie ‘op te schonen’. De software van Backpage haalde termen als ‘verkrachting’, ‘lolita’ en ‘amber alert’ (een Amerikaanse versie van Child Alert) uit zoekertjes, om ze daarna doodleuk te plaatsen.

Lijkt een makkie om de site voor dat soort praktijken aan te klagen, maar verschillende rechtszaken tegen Backpage, gestart door slachtoffers van mensenhandel, zijn door rechtbanken geweigerd op grond van die beruchte Sectie 230. Afhankelijk van de interpretatie van de wet, is Backpage namelijk niet verantwoordelijk voor wat anderen op zijn site plaatsen. En dat is, volgens antiprostitutie-activisten, het probleem met de wet. Volgens hen verdient Backpage grof geld aan de uitbuiting van kinderen, en blijft het via de wet immuun voor rechtszaken van burgerlijke partijen en politie.

Vrije meningsuiting

Met het wetsontwerp willen de indieners daar nu, na 21 jaar, wat aan doen. “We hebben een wet gemaakt die een hele sector beschermt met complete immuniteit tegen burgerlijke partijen van slachtoffers, zelfs als er bewijzen zijn dat het bedrijf bewust kinderprostitutie heeft gefaciliteerd,” zegt Samantha Vardaman van de activistengroep Shared Hope daarover aan techsite Ars Technica.

De tekst wil specifiek sites aansprakelijk kunnen stellen die zich bewust inlaten met het faciliteren van prostitutie. Het wetsontwerp krijgt in de politieke wereld veel bijval, en het lijkt zelfs een van de weinige teksten waar zowel Democraten als Republikeinen zich achter scharen. Ook een vijftigtal procureurs-generaal hebben een brief geschreven om het wetsontwerp te steunen.

Volgens Silicon Valley en enkele activisten voor vrije meningsuiting, ligt met de wet de weg echter open om bedrijven onnodig aansprakelijk te stellen voor inhoud die gegenereerd wordt door gebruikers. Google omschrijft het wetsontwerp volgens de Britse krant The Guardian als een “controversiële wet die de fundamentele statuten van het internet wil eroderen”. Met dat fundament wordt dan gedoeld op Sectie 230. Google, dat zich waarschijnlijk wel bewust is van hoe dit overkomt, meldt er fijntjes bij dat het op andere manieren prostitutie tegengaat, onder meer door sites als Backpage te blokkeren en mogelijke kinderporno op het net te scannen en aan te geven.

De basis van het internet

Het is niet alleen Google die het niet op het wetsontwerp heeft begrepen. Voor veel techbedrijven is Sectie 230 een van de grondbeginselen van het internet. De wet uit 1996 beschermt eigenaars van websites en zorgt ervoor dat ze niet kunnen aangeklaagd worden voor dingen die hun gebruikers schrijven. Kort gezegd: als iemand, pakweg, WordPress gebruikt om antisemitische praat uit te slaan, dan is dat WordPress zijn probleem niet.

Volgens The Internet Association, een lobbygroep die onder meer Google, Amazon, Facebook en Twitter vertegenwoordigt, zou het wetsontwerp een cruciale bescherming weghalen voor legitieme internetbedrijven. “CDA 230 is de grond waarop wettelijke bescherming van online diensten steunt,” schrijft The Internet Association in een open brief. “Zonder die bescherming zouden bedrijven gedwongen worden sneller gebruikerscontent te verwijderen om aansprakelijkheid te vermijden.”

De senatoren die het wetsontwerp indienden, zijn niet onder de indruk. “We hebben ons huiswerk gedaan en hebben maandenlang met de techgemeenschap samengezeten,” zegt Kevin Smith, woordvoerder van senator Portman, die mee het wetsontwerp indiende. “Ze hadden geen constructieve feedback. Het is spijtig dat deze mensen een wetsontwerp willen tegenhouden van twee bladzijden, ingediend door de twee grote politieke partijen, dat mensenhandel van vrouwen en kinderen wil stoppen.”

Volgens de techbedrijven zou zelfs een kleine aanpassing aan de wet, de deur openzetten voor verregaande rechtszaken tegen sites, en zouden er al andere manieren zijn waarop, specifiek, politiediensten websites kunnen vervolgen voor het hosten van advertenties voor kinderprostitutie. Zo zou Sectie 230 websites wel immuun maken voor klachten van burgerlijke partijen en aanklagers op niveau van de verschillende staten van de VS, maar is een gerechtelijk onderzoek op federaal niveau nog wel mogelijk. In 2015 werd de wet op prostitutie ook aangepast om het adverteren van seksuele diensten door minderjarigen als een misdaad te bestempelen. Dat werd toen ook al gezien als een ‘Backpage killer’. Twee jaar later is er met die wet echter nog niet veel gebeurd.

De vrees van de tegenstanders lijkt er dus vooral eentje van wat er kan gebeuren eens die wet er is. Zal hij worden uitgebreid? Zal hij worden aangehaald om pakweg elke website te voorzien van leeftijdsverificatie? Zal hij worden ingezet om websitebeheerders lastig te vallen die niets te maken hebben met sekshandel? Geef ze een vinger en ze nemen een hand, dat idee. En Silicon Valley heeft daar genoeg schrik voor, dat het zich in het kamp van, blijkbaar, kinderprostitutie wil zetten. Qua PR kan dat tellen.

Voorstanders van de wet vinden het ondertussen een non-argument. “Ik denk dat dit wetsontwerp bijzonder nauw is geschreven, net om dat soort situaties te vermijden,” vertelt Mary Leary, professor aan de Catholic University Law School aan Ars Technica.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content