VN: Bitcoin verbruikt meer elektriciteit dan België

Het zogenaamde ‘mijnen’ van de cryptomunt Bitcoin verbruikt meer elektriciteit dan België. Dat heeft de VN-conferentie over handel en ontwikkeling (UNCTAD) gesteld tijdens de voorstelling van het Digital Economy Report 2024 in Genève. De opkomst van AI en cryptomunten heeft het energieverbruik van de techsector de afgelopen jaren drastisch doen stijgen.

Het energieverbruik voor het mijnen van Bitcoin steeg tussen 2015 en 2023 wereldwijd ongeveer met een factor 34 tot 121 terawattuur (TWh), becijferde het Cambridge Centre for Alternative Finance. Het totale elektriciteitsverbruik in België bedroeg vorig jaar 78,4 TWh. Tussen 2018 en 2022 verdubbelde de elektriciteitsvraag van dertien belangrijke datacenters. In totaal verbruikten datacenters in 2022 460 TWh. Dat verbruik zou tegen 2026 al verdubbelen. De VN vragen dan ook striktere regels om de milieu-impact en de ecologische voetafdruk van de digitalisering te beperken.

De techindustrie verbruikt ook veel water. Datacenters van Google en Microsoft verbruikten vorig jaar respectievelijk 21,2 miljoen en 6,4 miljoen kubieke meter water voor koeling. Voor het trainen van AI-model GPT-3 had Microsoft bijvoorbeeld 700.000 liter drinkbaar water nodig om datacenters in de Verenigde Staten te koelen.

Digitaal afval

In 2020 was de ICT-sector ook goed voor 1,5 tot 3,2 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Al zal dat aandeel door de boost van de digitalisering waarschijnlijk nog stijgen de komende jaren. Ter illustratie: het aantal onlineshoppers steeg van minder dan 100 miljoen in 2000 tot 2,3 miljard in 2021.

De VN wijzen ook op de toegenomen afvalberg als gevolg van de digitalisering. Tussen 2010 en 2022 steeg het digitale afval met 30 procent tot 10,5 miljoen ton. Het grootste deel van het verzamelde afval, 24 procent van de totale hoeveelheid, kwam uit China, de VS en Europa. Slechts een fractie was afkomstig uit ontwikkelingslanden.

Voorts waarschuwen de Verenigde Naties in het rapport voor de ongelijke milieu-impact. Ontwikkelingslanden met grote grondstofvoorraden dragen de gevolgen van de evolutie, maar halen daar volgens de VN economisch en ecologisch relatief weinig voordeel uit. De stijgende vraag naar mineralen en metalen zou die landen vooruit kunnen helpen.

Cruciale grondstoffen

Volgens de Wereldbank zal de vraag naar mineralen zoals grafiet, lithium en kobalt met 500 procent stijgen tegen 2050. Die stijgende vraag biedt grondstofrijke landen volgens de VN kansen, als de opbrengsten onder meer efficiënt worden gebruikt. Vooral Afrikaanse en Latijnse-Amerikaanse landen hebben aanzienlijke reserves van cruciale grondstoffen voor de techindustrie.

Rebeca Grynspan, secretaris-generaal van UNCTAD, hield een pleidooi voor inclusieve en duurzame ontwikkeling in de sector, die de gevolgen voor het milieu moet beperken. ‘Dat vereist een verschuiving naar een circulaire digitale economie, met verantwoorde consumptie en productie, gebruik van hernieuwbare energie en uitgebreid afvalbeheer’, aldus Grynspan.

Via dat circulaire model moet meer worden ingezet op recycleren en het hergebruiken van materialen om afval en milieuschade te verminderen, stelt de VN. Daarnaast moet ook de internationale samenwerking tussen landen worden versterkt om een gelijke toegang tot nieuwe technologie te verzekeren en de digitale kloof te dichten. De meeste ontwikkelingslanden hebben nood aan een inhaalbeweging op het vlak van digitalisering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content