Wordt WiFi verdrongen door het ultrasnelle LiFi?

LiFi, voluit Light Fidelity, draagt data over via LED-licht en wordt aangekondigd als ‘de nieuwe WiFi’. Het systeem is sneller en minder gevaarlijk dan zijn concurrent, al zijn er ook enkele nadelen.

Bezoekers van het museum Le Grand Curtius in Luik zijn misschien niet op de hoogte, maar ze zijn de eerste proefkonijnen van LiFi. Dat is een methode van dataoverdracht via een eenvoudige LED-lamp.

Fotofoon

De technologie wordt als een grote sprong voorwaarts gezien, maar is eigenlijk niet revolutionair. Meer dan een eeuw geleden vond Alexander Graham Bell namelijk de fotofoon uit, een toestel dat via lichtgolven de menselijke stem kan overbrengen.

De uitvinders van LiFi vonden hun inspiratie bij de fotofoon en de ontwikkeling van de LED-lamp. Die kunnen immers in amper één seconde verschillende miljarden keren aan- en uitgaan. Dankzij dat geknipper, dat onzichtbaar is voor het menselijke oog, kunnen gegevens overgebracht worden.

Real-time informatie

LiFi werd begin dit jaar door de Franse start-up Oledcomm gelanceerd. Eerste klant was de Franse spoorwegmaatschappij SNCF, dat haar klanten in de stations wilde lokaliseren en hen in functie daarvan informatie wilde doorspelen.

In ons land installeerde het museum Grand Curtius in Luik LiFi vanuit hetzelfde opzicht. Door zijn bezoekers uiterst precies te lokaliseren kan het bijvoorbeeld in real-time, via tablets, de beschrijving van een schilderij doorsturen naar een nieuwsgierige bezoeker die voor het kunstwerk staat.

Behalve musea zouden ook winkels, vliegtuigen, onderzeeërs, wegennetten of ziekenhuizen baat kunnen hebben bij LiFi. De materniteit van het ziekenhuis van Perpignan in Frankrijk is nog dit jaar van plan het systeem te installeren. De dienst wil op die manier de elektromagnetische golven uitschakelen die schadelijk zijn voor de gezondheid van boorlingen. Sinds 2011 beschouwt de WHO immers radiogolven als kankerverwekkend.

‘150 keer sneller dan WiFi en immuun voor hackers’

Een groot voordeel van LiFi is de snelheid van de dataoverdracht. Volgens sommigen is LiFi ‘150 keer sneller dan WiFi’.

Het systeem zou ook immuun zijn voor hackers. Lichtgolven dringen namelijk niet door de muren: tenzij een hacker zich in dezelfde ruimte bevindt, is het dus onmogelijk op hetzelfde netwerk te surfen.

Licht uit, weg verbinding

Maar LiFi heeft ook zijn gebreken. Om de technologie thuis te installeren, moet je niet enkel ontvangers maar ook zenders in elke ruimte installeren. Telkens je het licht dooft, is de verbinding weg. Om van de voordelen van LiFi te genieten, zou je dus permanent onder een LED-lamp moeten leven.

Het grootste nadeel van LiFi is dat het om een gerichte dataoverdracht gaat. Het systeem kan informatie versturen, maar er zelf geen ontvangen. Het kan je dus info geven over het mooie schilderij dat je bekijkt, maar niet op vragen over dat werk antwoorden, of het met een muisklik aankoopbaar maken. LiFi is, in tegenstelling tot het internet, dus niet interactief. Om LiFi tweedimensionaal te maken, zou je het met een andere houder moeten koppelen.

WiFi zal morgen nog niet sterven

Pierre Ledru, expert in telecommunicatie verklaart aan de Franse nieuwssite Atlantico ‘dat het waarschijnlijk misleidend is te besluiten dat die technologische vooruitgang de radiogolven zal vervangen’. Volgens hem is er nog veel werk voor de boeg. Toch kunnen LiFi en WiFi als twee aanvullende dataoverdrachtsystemen ingezet worden. Als nieuw distributiekanaal kan LiFi het verzadigde radiospectrum ontlasten.

Dat de nieuwe technologie interesse opwekt, is duidelijk. Zo werd de website van ‘LiFi-uitvinder’ Oledcomm al veelvuldig gekraakt. Het studiebureau Markets and Markets schat de potentiële omzet van de sector op bijna 4,4 miljard euro tegen 2018.

(Trends-Tendances / Perrine Signoret)