Els Bellens
Vijf miljard downloads voor WhatsApp, da’s veel bierkaai om tegen te vechten
Alle verhalen over privacy-inbreuken en leugens ten spijt, blijven de netwerken van Facebook wel gewoon de standaard communicatievorm voor een groot deel van de mensheid, schrijft Els Bellens.
Ik heb een bekentenis te doen. Na vijf jaar volledig Facebook-vrij te zijn, staat de tool van dochterbedrijf WhatsApp sinds kort terug op mijn smartphone. Het voelt een beetje alsof je in een oude verslaving hervalt en echt vrolijk word ik er niet van. Maar hoe gaat dat? Dan probeer je eens standvastig te zijn en aan je principes vast te houden. Tot je dat niet meer doet.
Dat zit zo. Alle verhalen over privacy-inbreuken en somsregelrechteleugens van de techgigant ten spijt, blijven de netwerken van Facebook wel gewoon de standaard communicatievorm voor een groot deel van de mensheid. Schokkend, ik weet het. Altijd vervelend als mensen weinig waarde hechten aan dingen die jij belangrijk vindt, zoals ‘niet je volledige levenswandel reconstrueren om die gegevens dan te verkopen aan adverteerders voor een halve cent per klik’. Maar het leven komt terug op gang, we kunnen weer sociaal doen en dan moet een teveel aan voorzichtigheid al eens wijken.
We zijn dan ook op een punt gekomen dat, wanneer je probeert uit te leggen wat er precies mis is met Facebook, je al snel overkomt alsof je dringend een hoedje nodig hebt van aluminiumfolie. ‘Ja, ze gebruiken dus dark patterns om telefoonnummers uit je contactenlijst te verzamelen, zodat ze ook mensen kunnen tracken die helemaal geen account hebben, en echt beveiligen doen ze die databases niet.’ Jaja, Els, en er zitten 5G-zendertjes in je coronavaccin.
Vijf miljard downloads voor WhatsApp, da’s veel bierkaai om tegen te vechten.
Privacy is momenteel dan ook vooral een nichekwestie voor mensen die met security bezig zijn en Meningen poneren op Twitter. Ik weet niet of je al eens geprobeerd hebt om Marie van de zwemclub of Jos van de bakles zo ver te krijgen dat ze je op Signal contacteren? Ik krijg iets simpels als Discord nog niet verkocht als groepsgesprekjestool. Het is gewoon te vaag. ‘Kan mijn PayPal gehackt worden en is mijn geld dan weg’ is iets dat meer mensen bezighoudt dan ‘Wie heeft er inzage in waar ik ga en sta?’ De link tussen privacy en veiligheid wordt niet altijd gelegd.
Het idee van veilige, privacyvriendelijke netwerken lijkt dus niet omzeggens te leven bij een groot deel van de bevolking. Of het kan alvast niet op tegen de kracht van ‘Deze app staat op mijn smartphone en al mijn andere vrienden zitten daarop’. Vijf miljard downloads, zo meldt de Play Store overigens; de cijfers van Apple-gebruikers zitten daar niet eens bij. Da’s veel bierkaai om tegen te vechten. Je hoort het nog wel vaker: ‘Ja, die wil alles op Telegram, maar hij heeft ook Facebook om af te spreken met de mannen van de voetbal.’ Laat ons zeggen dat ik niet de enige ben die plooit onder pure ouderwetse ‘peer pressure’.
Voor mij is het alvast een troost dat de ervaring niet universeel blijkt. ‘WhatsApp? Wat is dat?’, meldde een – weliswaar internationale – jongere vriendin van me toen ik begon te klagen dat die app toegang tot mijn camera nodig heeft om een verdomde status in te tikken. Facebook en zijn vele dochternetwerken zijn in die zin niet heel anders dan AOL ergens jaren tweeduizend. Er zijn betere alternatieven en veel jongeren zijn al overgestapt op nieuwer, hipper spul, maar de omgeving is zo vertrouwd voor velen dat je wel mee moet. Het alternatief is een hoop mensen uitsluiten. Of ook: jezelf uitsluiten. Toch tot het hele systeem weer overgaat in iets anders. Een metaverse of zo. Zou dat niets zijn om in af te spreken?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier