5G-straling: moeten we ons nu wel of geen zorgen maken?
Hoe schadelijk zijn onze gsm-signalen? En verandert dat met 5G? Data News sprak erover met Eric van Rongen, voorzitter van ICNIRP, de organisatie die normen vastlegt rond elektromagnetische straling.
Eric van Rongen werkt al 27 jaar rond onderzoek naar niet-ioniserende straling. De Nederlander is wetenschappelijk secretaris van de Commissie Elektromagnetische Velden van de Nederlandse Gezondheidsraad. Daarnaast mag hij zich voorzitter noemen van ICNIRP, de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection. In die commissie bepalen wetenschappers hoe groot de blootstelling aan stralingstoestellen (zendmasten, microgolfovens, babyfoons, …) mag zijn vooraleer ze schade berokkenen. Het zijn onder meer dié normen die de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Unie gebruiken als het gaat over straling van zendmasten.
Kortgeleden publiceerde de organisatie nieuwe normen. Die zijn niet zozeer verschillend van de vorige, maar steunen wel op meer en recenter wetenschappelijk onderzoek.
Uw organisatie stelt rond deze tijd* de nieuwe normen voor. In welke mate verschillen die van de vorige en waarom worden ze vernieuwd?
VAN RONGEN: “De aanleiding is dat de oude normen uit 1998 dateren en dus ruim twintig jaar oud zijn. Intussen zijn er een heleboel wetenschappelijke ontwikkelingen geweest. Dan moet je de zaken herbekijken en eventueel aanpassen.”
*De normen in kwestie zijn intussen formeel gepubliceerd.
Sceptici zeggen dat de oude richtlijnen van de ICNIRP, juist omdat ze van voor 2000 dateren, zich op toestellen als microgolfovens concentreren. Niet op gsm’s, laat staan op smartphones. Hebben ze daar een punt?
VAN RONGEN: “Nee. Dat ze erg oud zijn dat klopt, maar niet dat ze niet naar huidige toepassingen kijken. De normen van 1998 bestrijken het hele frequentiegebied van net boven 0 hertz tot 300 gigahertz. De nieuwe normen gaan van 100 kilohertz tot 300 GHz, dus het gebied van radiofrequenties. De beide normen bestrijken het gebied waar mobiele telecommunicatietoepassingen in actief zijn.”
Het volledige spectrum gaat van 0 hertz tot nucleaire straling. Boven een bepaalde frequentie wordt straling ioniserend en schadelijk voor de cellen, klopt dat?
VAN RONGEN: “Als je van lage naar hoge frequenties gaat, dan begin je met extreem lage frequenties zoals 50 Hz van het elektriciteitsnet, en vervolgens radiogolven (waar ook zendmasten onder vallen, nvdr). Ga je daarboven dan kom je bij infraroodstralen, vervolgens bij zichtbaar licht, ultravioletstralen (van zonlicht, nvdr) en dan pas bij ioniserende stralen zoals röntgenstraling, gammastraling, enzovoort.”
“Van hoog ultraviolet licht is geweten dat het schadelijk is, daar krijg je huidkanker van, maar van zichtbaar licht en infraroodstraling is dat niet bekend. Te veel licht kan wel je gezichtsvermogen aantasten, omdat het te belastend is voor je ogen, maar voor de huid leidt dat niet tot gezondheidsschade.”
Wat is elektromagnetisch spectrum?
Elektromagnetische straling komt in verschillende vormen, of beter gezegd frequenties. Zowel hoogspanningslijnen als smartphones zorgen voor elektromagnetische golven in onze omgeving. Maar ook radio’s, infrarood, de zon, X-ray beelden en nucleaire straling vallen daaronder.
Maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal schadelijk zijn. Zo zitten hoogspanningslijnen en en radiogolven van AM- en FM-radiozenders op eerder lage frequenties en zitten gsm-signalen, zowel 2G, 3G als 4G, op frequenties van rond de 700 Mhz tot 2,6 GHz (met lichte verschillen per continent). Wifi zit, afhankelijk van het type en de instelling, tussen de 900 MHz en de 5,9 GHz.
Gaan we nog hoger in dat spectrum dan komen we vanaf 300 GHz in het gebied van infrarood licht en vanaf 400 THz (Terahertz, 1.000 gigahertz of GHz) bij zichtbaar licht. Pas daarboven komen we in het spectrum van ultraviolet licht (onder meer van zonlicht), waarvan het is bewezen dat het schadelijk is bij langdurige blootstelling.
Pas vanaf 3 Petahertz (PHz, of 3.000.000 GHz) gaan we naar ioniserende straling, die bij hoge blootstelling cellen kan beschadigen.
Mensen blijven bezorgd dat de continue blootstelling tot kanker kan leiden. Maar daar zijn geen aanwijzingen voor.
We lopen niet de hele dag in de zon, maar vertoeven wel continu in de buurt van een zendmast. We weten het niet, we voelen het niet, maar het is er wel. Moeten we daar niet bang voor zijn?
VAN RONGEN: “Nee. Met wat we weten over langdurige blootstelling aan de gangbare niveaus, worden er geen nadelige effecten voor de gezondheid verwacht.”
“Als je heel hoog en lang blootgesteld wordt, hoger dan de normen die we vandaag hanteren, dan kan de temperatuur van het lichaam, of van delen van het lichaam stijgen. Dat zou wel tot gezondheidseffecten kunnen leiden. Maar de normen zijn bedoeld om dat te voorkomen en toch blijven mensen bezorgd dat de continue blootstelling tot kanker kan leiden.”
Als we anti-5G-actiegroepen mogen geloven, dan leidt de straling ook tot slapeloosheid, hoofdpijn, onvruchtbaarheid, schade aan embryo’s en baby’s…
VAN RONGEN: “Als dat allemaal waar zou zijn, dan was een groot deel van de mensheid vandaag niet meer in leven.”
“Rond kanker is er heel veel onderzoek gedaan. De resultaten zijn helaas niet eenduidig. Er zijn een paar onderzoeken die een verband leggen tussen een verhoogd risico op kanker en blootstelling aan straling, andere onderzoeken laten dat niet zien.”
“Kijk je naar de kankerstatistieken, dan zou je vandaag misschien een stijging van het aantal hersentumoren verwachten – zeker omdat mobiele telefonie sinds midden jaren negentig bestaat en sinds de eeuwwisseling door vrijwel iedereen wordt gebruikt. Dat aantal blijft echter op dezelfde manier toenemen als in de periode voor de introductie van de gsm.”
Het is niet zo dat er een effect is op het aantal kankergevallen door mobiele telefoons.
“Er is een lichte stijging, maar dat komt vooral omdat mensen ouder worden en kanker een aandoening is die eerder oudere mensen treft. Ook is de diagnostiek vandaag een stuk beter dan vroeger.”
5G leidt onherroepelijk tot meer (IoT-)toestellen, er komt beamforming en er komen zeer snelle verbindingen in het 26 GHz-spectrum waar nog niet zoveel onderzoek naar is gedaan. Dat lijkt niet erg geruststellend.
VAN RONGEN: “Beamforming is vooral veel efficiënter omgaan met energie. Het is niet zo dat daardoor de blootstelling vermeerdert. Integendeel.”
Ontvangen we dan geen hogere dosis als we in zo’n beam lopen?
VAN RONGEN: “Nee nee, de dosissen voor de gebruiker blijven gelijk. Je hebt maar een bepaalde hoeveelheid nodig om een verbinding tot stand te brengen en te behouden en dat verandert niet. Wat wel verandert is dat die straling alleen op de gebruiker wordt gericht en niet op alle mensen om hem of haar heen, zoals vandaag het geval is. Met beamforming ga je alleen richten op het stuk dat nodig is, en in delen waar geen gebruikers zijn wordt niet gestraald. Je zou dus kunnen stellen dat over de hele bevolking de blootstelling door beamforming afneemt.”
De hoogste frequentie die bij 5G wordt gebruikt is 26 GHz, die komt niet dieper dan de huid.
Hoe vertalen we het verschil in straling tussen 4G en 5G?
VAN RONGEN: “Wat vooral van belang is, is hoe verschillende frequenties op diverse manieren in het lichaam doordringen. Hoe hoger de frequentie, hoe minder diep ze gaan.”
“De hoogste frequentie bij 5G is 26 GHz, die komt niet dieper dan de huid. De lagere 5G-frequenties van 3,5 Ghz of 700 Mhz dringen veel dieper in het lichaam door. Dus als hogere frequenties al iets zouden veroorzaken, dan is het uitsluitend op de huid. (4G gebruikt het spectrum tussen 700 Mhz en 2,6 GHz, nvdr).
Verschilt dat fel van ‘gewone’ straling die er vandaag is?
Die frequentie van 26 GHz ligt iets dichter bij infraroodstraling (dat begint bij 300 GHz, nvdr), maar daarvan is het alleen bekend dat het opwarming veroorzaakt en dat teveel opwarming schade kan veroorzaken.”
Maar 4G en de andere frequenties van 5G zitten daar nog een stuk onder?
VAN RONGEN: “Inderdaad.”
Er is in onderzoek nooit een oorzakelijk verband gevonden tussen blootstelling aan straling en klachten (van mensen die zeggen dat ze elektrogevoelig zijn).
Wat met de klachten van mensen die ‘elektrogevoelig’ zijn?
VAN RONGEN: “Mensen die van zichzelf vinden dat ze elektrogevoelig zijn en met klachten kampen, hebben die klachten vast ook wel. Er is in onderzoek echter nooit een oorzakelijk verband gevonden tussen blootstelling aan straling en die klachten. Als je deze mensen blootstelt zonder dat ze het zouden weten, dan treden de klachten niet op. En als ze denken dat ze blootgesteld zijn, dan hebben ze er wel last van.”
Nochtans, een collega van mij, die doorgaans hard vertrouwt op de wetenschap, beweert dat zij het voelt wanneer ze onder hoogspanningslijnen loopt. Is dat ook onzin?
VAN RONGEN: “Dat kan wel kloppen. Zeker hoogspanningsmasten die met 380 kilovolt werken zijn behoorlijk sterk, waardoor het elektrisch veld onder zo’n mast voor kleine ontladingen kan zorgen op het lichaam. Vergelijkbaar met statische elektriciteit.”
Maar niet schadelijk?
VAN RONGEN: “Dat niet nee. Als het heel vochtig is, kan je het soms horen knetteren bij hoogspanningsmasten. Dat is hetzelfde. Maar er zijn ook mensen die beweren dat ze radiogolven kunnen voelen en dat is nooit bewezen.”
Een ander voorbeeld dan. In de handleiding van mijn babyfoon staat dat je hem best op minstens één meter afstand van de baby neerzet. Dat doet toch vermoeden dat zo’n toestel niet al te gezond is? Tegelijk hoor je ook waarschuwingen om het babypark niet te dicht bij de WiFi-router te zetten.
VAN RONGEN: “Ik denk dat fabrikanten dat vooral doen als algemene disclaimer mochten er toch ooit problemen worden ontdekt. En zo’n toestel werkt even goed op een meter afstand, dus waarom zou je het dan niet doen?”
Dus als ik hem op de rug van mijn zoon vastbind kan dat geen kwaad?
VAN RONGEN: “Op zich niet. Maar het is wel zo dat er heel dicht bij een babyfoon of een WiFi-router een relatief hoog veld aanwezig is. Bij een WiFi-router kan dat veld hoger liggen dan de aanbevelingen van ICNIRP. Dat wil nog niet zeggen dat het direct gevaar oplevert, want die aanbevelingen nemen al een grote veiligheidsmarge mee in ogenschouw.”
Wat is dan een veilige afstand om uit dat hoog veld te blijven? Een meter?
VAN RONGEN: “Bij WiFi-routers volstaat al een afstand van vijf tot tien centimeter.”
Dus niet onder het hoofdkussen, maar aan de rand van het park kan het geen kwaad?
VAN RONGEN: “Zo is het.”
Maakt het ook uit welk type toestel? De router zendt wifi uit, de babyfoon gebruikt DECT en daarover circuleren ook allerhande verhalen.
VAN RONGEN: “Ja, als je sommigen mag geloven is DECT levensgevaarlijk (ironisch). Vlak bij een babyfoon is het veld zoals gezegd vrij hoog, maar niet in die mate dat het boven de normen uitkomt.”
Stel, ik ben ondanks wetenschappelijk bewijs nog altijd niet overtuigd. Maar ik kan me ook geen huis veroorloven in de Zwitserse bergen ver weg van de meeste straling. Wat kan ik dan nog doen om de impact te beperken?
VAN RONGEN: “Misschien zijn er in de Ardennen nog wel een paar gebieden. Maar je kan verschillende maatregelen nemen. De eerste is zelf geen mobiele telefoon gebruiken. Je gsm is de belangrijkste bron van straling als je kijkt naar de absolute veldsterkte. Je kan je eventueel beperken tot een bedrade telefoon en misschien aan de buren vragen om geen DECT-toestel te gebruiken. Verder geen WiFi-routers maar enkel bekabeld internet.”
“Je hebt mensen die nog verder gaan en hun huis beschilderen met speciale verf met ijzerdeeltjes. Dan krijg je een soort kooi van Faraday.”
Dat heeft nut?
VAN RONGEN: “Dat schermt de straling in zekere mate af ja.”
En is het ook gezonder?
Van Rongen: “Nee, maar als mensen zich daar prettig bij voelen dan moeten ze dat vooral doen.”
Op een recente hoorzitting in het Federaal parlement zei Test Aankoop dat het merendeel van de studies over dit onderwerp erop wijst dat er geen gevaar is en dat studies die wijzen op mogelijke risico’s vaak van slechte kwaliteit zijn. Hoe kan een leek daarin het kaf van het koren scheiden?
VAN RONGEN: “Je moet als leek niet afgaan op de ene of andere studie, maar kijken wat een college van wetenschappers daarover zegt. Al is het natuurlijk ook lastig om na te gaan welk college van deskundigen het meest deskundig is.”
Als mensen lezen dat meer dan 200 wetenschappers in een brief waarschuwen voor de gevaren van 5G, dan raken ze in paniek. (…) Het zijn wel wetenschappers, maar natuurlijk géén deskundigen op het gebied van elektromagnetische velden – een zeer gespecialiseerd terrein.
“Er zijn diverse oproepen van groepen van wetenschappers die nu zeggen dat 5G vreselijk gevaarlijk is en dat je de straling moet beperken. Als mensen zulke dingen lezen, dan raken ze in paniek.”
(In 2017 geleden ondertekenden, toen 171, verschillende wetenschappers wereldwijd daadwerkelijk een oproep om 5G een halt toe te roepen. De enige Belgische naam op die lijst was die van een gepensioneerde biologe gespecialiseerd in mieren, nvdr).
“Dat is een probleem. Het zijn wel wetenschappers, maar géén deskundigen op gebied van elektromagnetische velden – een behoorlijk gespecialiseerd gebied. Daarbinnen zitten ook verschillende deskundigheden om studies goed te interpreteren. Kijk je naar de link met kanker, dan zijn dat epidemiologische studies. Daar heb je snel de kans dat er verstorende factoren een rol spelen, zeker als het effect niet helemaal helder is.”
“Het is bijvoorbeeld een stuk duidelijker bij de link tussen longkanker en roken. In het geval van straling gaat het, voor zover er iets gevonden is, om relatief kleine verhogingen van het risico. Dan is het lastig om na te gaan of dat een effect is van de blootstelling, of dat er andere factoren in het spel zijn die het resultaat verstoren.”
5G heeft ook ‘millimeter wave technologie’ dat loopt via de 26 GHz frequentie. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.
VAN RONGEN: “Dat klopt. Ik ben als wetenschappelijk secretaris van de Nederlandse Gezondheidsraad bezig met het opstellen van een advies hierover op verzoek van de Nederlandse Tweede Kamer. Daarin sommen we op wat we momenteel weten. Wat de commissie Elektromagnetische Velden (van de Nederlandse Gezondheidsraad, nvdr) over 26 GHz daarover zal zeggen, is nog niet bekend. We verwachten een advies voor de zomervakantie.”
“Er zijn wel onderzoeken geweest naar mensen die met radarstralen hebben gewerkt en met proeven op dieren. Maar alles bij elkaar komt daar niet verschrikkelijk veel uit. Het is ook niet zo dat elk onderzoek toont dat er niets aan de hand is. Veel onderzoeken laten wel ‘iets’ zien. De vraag is hoe je dat moet interpreteren.”
Wat bedoelt u dan met ‘iets’? Dat het toch schadelijk kan zijn?
VAN RONGEN: “Er zijn onderzoeken gedaan naar mensen die bij de Noorse marine op schepen werken. Daar staan vrij sterke radarinstallaties. Aan dek kan je op bepaalde plekken blootgesteld worden aan relatief sterke straling. De vraag is of dat veel gebeurt. Bij de personen die dit risico hebben gelopen, is gekeken of er invloed is op de vruchtbaarheid. Krijgen zij minder of meer kinderen? Meer jongens of meisjes? Daar zijn verschillen gevonden ten opzichte van de normale waarden. Maar je weet niet of het er rechtstreeks mee te maken heeft, omdat je niet weet hoe fel die blootstelling geweest is.”
Het is in de meeste gevallen heel lastig te interpreteren wat zo’n onderzoek daadwerkelijk zegt.
“Het is in de meeste gevallen heel lastig te interpreteren wat zo’n onderzoek daadwerkelijk zegt. Een epidemiologisch onderzoek zoekt naar verbanden tussen blootstelling en hun effect, maar als je niet weet hoe groot de blootstelling is, dan is het moeilijk vast te stellen.”
Critici zeggen wel dat we 5G nu al moeten tegenhouden, want als er binnen drie à vier jaar plots wel studies opduiken die schade aantonen, dan gaat de sector omwille van het economisch belang niet meer willen inbinden. Kunnen we nog terug dan?
VAN RONGEN: “In principe wel. Wanneer er écht wordt aangetoond dat het tot schade kan leiden, dan is het de rol van de overheid om daar maatregelen rond te nemen.”
Stralingsnormen in België
Ons land hanteerde tot enkele jaren geleden de regel van 20,58 volt per meter. Intussen heeft elk gewest haar eigen richtlijnen. Vlaanderen houdt vast aan de oude federale norm van 20,58 V/m voor 900 MHz. Voor Frequenties tussen 2 GHz en 10 GHz ligt dat op 30,7 V/m voor de totale straling in de openbare ruimte. Maar per antenne geldt een limiet van 3V/m. In Wallonië geldt de regel van 3V/m per technologie en per operator, maar enkel op verblijfplaatsen.
Brussel heeft veel strengere normen en hanteert een limiet van zes volt per meter voor de totale straling, minus de straling van omroepen. Dat wil zeggen dat het aanbieden van een degelijk netwerk voor 3G en 4G door meerdere operatoren op dezelfde plaats vandaag zeer moeilijk is. De komst van 5G maakt dat nog lastiger.
De veiligheidsnormen die ICNIRP adviseert zijn een stuk hoger: 41 V/m voor 900MHz, 58 V/m voor 1800 MHz en 61 V/m voor 2100 MHz.
Tot slot kan het zijn dat straling ook wordt uitgedrukt in W/m². Om dat om te rekenen neem je de waarde in volt per meter in het kwadraat en deel je dat door 377. Meer info over de stralingsnormen kan je terugvinden in een studie van telecomregulator BIPT.
U wijst naar de overheid, we spreken elkaar in Brussel waar de straling 0,096 W/m² of 6 volt per meter (6V/m) mag bedragen. Een stuk lager dan in de rest van het land. Als ik me niet vergis zo’n vijftig keer lager dan wat de WHO aanbeveelt…
VAN RONGEN: “De WHO beveelt zelf niets aan. Ze inventariseren wat wij weten en wijzen vervolgens op de ICNIRP-normen en op die van een Amerikaanse organisatie die vergelijkbaar is met ons.”
“Brussel heeft gekeken naar de Europese normen, die ook weer steunen op de ICNIRP-normen. Die Europese niveaus zijn in heel wat landen overgenomen, maar sommige landen of regio’s kozen ervoor om nog een stapje lager te gaan, zoals hier in Brussel. Overigens is 6 volt per meter niet vijftig keer lager dan de ICNIRP-normen, maar een factor tien ongeveer.”
Volgens operatoren is 6V/m te laag voor een degelijke mobiele dekking, zeker voor 5G. In Vlaanderen is het 20,4 V/m (de oude federale norm) of 3V/m per antenne. Maakt dat veel uit op het vlak van gezondheid. En moeten we dat in z’n totaliteit of per antenne bekijken?
Van Rongen: “Als je blootstelling meet dan moet je alle straling tegelijk meten. Wil je iets beperken, dan moet je het aanpakken aan de bron en dus bekijken hoeveel iedere antenne uitstraalt.”
Puur naar de gezondheid: is er wetenschappelijk bewijs dat 6V/m of 20V/m een verschil maakt? Gaat Brussel daarom bijvoorbeeld minder kankergevallen krijgen?
Van Rongen: “Nee. De normen van ICNIRP zijn gebaseerd op wetenschappelijk vastgestelde effecten van straling op het lichaam. Zelfs al ga je over die normen heen, dan zit je nog niet met overmatige opwarming van het lichaam. Dus of je tegen de grens van onze aanbeveling zit, of een stuk lager, de impact is gelijkaardig. ” (ICNIRP adviseert 41 V/m voor 900 MHz, 58 V/m voor 1800 MHz en 61 V/m voor 2100 MHz)
Kennelijk gaat het dan over opwarming van het lichaam met ongeveer één graad?
Van Rongen: “Ja.”
Ga je hoger in het spectrum, dan kom je terecht bij infrarood. Wel, mensen gaan ook in infraroodsauna’s zitten om op te warmen en een fijn gevoel te krijgen.
Waar zit 5G?
Voor 5G worden er in België frequenties voorzien rond 700 MHz, 1,4 GHz (enkel ontvangend, ‘downlink’), 2,1 GHz en 3,6-3,8 GHz, maar ook 26 GHz wordt bekeken, al is daar volgens het BIPT op korte termijn nog geen interesse voor in de markt. Lage frequenties zoals 700 MHz zijn doorgaans geschikt om lange afstanden af te leggen en kunnen vlotter door gebouwen gaan maar zijn minder geschikt voor snel dataverkeer. Hogere frequenties kunnen niet of moeilijk door obstakels, maar kunnen omdat er meer spectrum beschikbaar is wel hogere snelheden halen. Dat wil zeggen dat een 5G-signaal in de 26 GHz frequentie zeer hoge snelheden kan opleveren, maar minder inzetbaar is op een zendmast om een halve stad te bedienen.
Om af te sluiten: we gaan van 4G naar 5G. Op een dag gaan we naar 6G. Gaat een volgende generatie dan wel een spectrum gebruiken dat mogelijk gevaarlijker is?
VAN RONGEN: “Niet noodzakelijk. Voor 5G gaan we nu bijvoorbeeld ook de 700 MHz-band gebruiken, dat is een frequentie die al eerder voor telecomtoepassingen is benut.”
Hoe hoger, hoe schadelijker?
VAN RONGEN: “Dat verband wordt wel eens gelegd door mensen, maar dat is ook niet zo. Ga je hoger in het spectrum, dan kom je terecht bij infrarood. Wel, mensen gaan ook in infraroodsauna’s zitten om op te warmen en een fijn gevoel te krijgen.”
Maar daar zitten we niet de hele dag in.
VAN RONGEN: “Als je nóg verder in het spectrum gaat, dan kom je uit bij zichtbaar licht. Daar worden we allemaal aan blootgesteld. Pas daarboven beland je in het gebied van ultraviolet licht en daar is wél van aangetoond dat het schadelijk is. Het vreemde is dat mensen zich daar veel minder zorgen om lijken te maken, dan over het effect van elektromagnetische velden.”
Rond de tijd van dit interview werd onze redactie ook gecontacteerd door een burgerlijk ingenieur namens het collectief Stop5G. Zij beweren dat elektromagnetische velden veel meer schade toebrengen dan enkel opwarming van het lichaam. Ze wijzen op tumoren, leukemie bij kinderen, Alzheimer, autisme, verminderde spermakwaliteit, slaapstoornissen, depressie, zelfmoord, elektrohypersensiviteit en vele andere aandoeningen. Ook hekelt de organisatie de limieten van ICNIRP, waarvan Eric van Rongen voorzitter is. Volgens het collectief negeren ICNIRP, de WHO en de EU de oproep van verschillende wetenschappers die wijzen op verschillende studies die wel linken tussen straling en de gezondheid zouden aantonen.
Data News nam voor dit artikel ook contact op met Test-Aankoop en sprak in het verleden ook met andere stralingsdeskundigen. Geen van hen volgt de beweringen van Stop5G. Tijdens een recente parlementaire hoorzitting merkte Test-Aankoop op dat de studies die zo’n link aantonen in de minderheid zijn en doorgaans van mindere kwaliteit zijn dan de studies die geen link aantonen. Ook de heer van Rongen zelf geeft in dit interview antwoord op verschillende argumenten van dergelijke groepen. Een opiniestuk van Stop5G werd geweigerd door de redactie omdat het niet voldoet aan de kwalitatieve normen die we vooropstellen, maar gezien de gevoeligheid van de materie willen we er wel op wijzen dat er ook organisaties zijn die het niet eens zijn met de normen die ICNIRP, de Wereldgezondheidsorganisatie en de EU adviseren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier