69 miljoen euro om Justitie (opnieuw) te digitaliseren
Minister Vincent van Quickenborne komt met een digitaal transformatieplan voor Justitie. Dat moet de werkprocessen en het informatiebeheer verbeteren en flexibeler maken. Maar wat maakt dat het deze keer wèl lukt?
Het gaat om een reeks opdrachten om het Digital Transformation Office binnen Justitie te ondersteunen. Daaronder vallen onder meer governance, architectuur, audit en kwaliteitscontrole.
Concreet gaat het om een overheidsopdracht in twee delen. Het eerste bevat de invoering van een transversale ict-governance, de ontwikkeling en opvolging van de ict-architectuur, het uitvoeren van analyse opdrachten door de business analyst, de ondersteuning op vlak van programma en projectmanagement en de opvolging van de projectportefeuille en de realisatie ervan en ondersteuning op vlak van change management en de communicatie daarrond.
Het tweede luik slaat vooral op de audit en het risicobeheer. Hier gaat het om ondersteuning van de FOD Justitite, maar ook het leveren van advies rond optimalisatie of verbeterpunten.
Beide percelen omvatten zowel personeel als het uitvoeren van projecten tegen een vaste prijs. In totaal gaat het om een budget van 56.937.938 euro exclusief BTW of 68.894.904 euro inclusief BTW. Tachtig procent van dat budget is voor het eerste perceel, de resterende twintig voor het tweede perceel. De oproep voor kandidaten, de start van de overheidsaanbesteding, begint rond deze tijd.
De Federale overheid heeft met de FOD BOSA (waaronder het DG Digitale Transformatie valt) al een partner in huis, net zoals er Smals is voor bepaalde ICT-infrastructuur van de overheid. Maar die komen hier niet in beeld. Navraag van Data News op het kabinet leert dat het project moet tegemoetkomen aan specifieke noden van de FOD Justitie. Zo zal de overheidsopdracht ook niet fungeren als een aankoopcentrale voor andere overheidsdiensten.
Woelige voorgeschiedenis
Maar informatisering of digitalisering bij Justitie blijft wel een gevoelig project. Het concept staat al twintig jaar op de rails, maar de trein raakte nooit echt uit het station.
In 2001 werd Unisys als voornaamste leverancier gekozen onder toenmalig Justitieminister Marc Verwilghen voor het Pheniks project, de informatisering van Justitie. Maar na enkele jaren was de federale overheid van oordeel dat het project te veel vertragingen opliep en kwalitatief ondermaats was. Opvolger Laurette Onkelinx trok in 2007 de stekker uit de samenwerking om die redenen. Unisys zelf was niet te spreken, zowel over de stopzetting als door het feit dat de overheid de schuld daarvoor quasi volledig naar Unisys schoof.
Los van de juridische procedures op de achtergrond werd Pheniks opgevolgd door Cheops (als projectnaam, niet te verwarren met het gelijknamige IT-bedrijf). Onder toenmalig jusitieminister Jo Vandeurzen moeten gerechtelijke besluiten en andere officiële documenten digitaal worden bezorgd en verwerkt. Tussen 2008 en 2011 zouden alle rechtbanken worden aangesloten. Op dat moment was er sprake van een budget van 36 miljoen euro dat met 9 miljoen euro werd verhoogd.
Ook het piramidemodel van Cheops was geen succes. Tegen 2012 kwam opvolger Annemie Turtelboom met een nieuw strategisch plan voor de informatisering van justitie. De ambitie was om tegen 2014 een kruispuntbank, JustX, te gebruiken waar alle gegevens over rechtszaken elektronisch verzameld en aan elkaar gekoppeld worden. Eind 2013 werden de eerste rechtbanken aangesloten op dat systeem, maar het concept van een volledig elektronische procesvoering werd dat jaar ook uitgesteld tot 2015.
Nieuwe poging, meer middelen, meer mankracht
Dat er vandaag opnieuw projecten worden opgezet, enerzijds voor een databank van vonnissen en arresten, anderzijds voor een digitale transformatie, wijst er op dat Justitie 21 jaar na de start van Pheniks nog niet veel verder staat. Het wordt dus de vraag of de overheid deze het deze keer beter aanpakt, en wie zich vandaag nog wil wagen aan een overheidsdienst die vooral gekend staat als een complex en moeilijk te digitaliseren departement.
Op het kabinet van minister Van Quickenborne is men echter wel hoopvol. Eerst en vooral komt er vanuit Europa veel meer geld, 137 miljoen euro in totaal, voor allerhande digitaliseringsprojecten en zijn er nu dus meer middelen om ook bij Justitie grondig werk te leveren. Zo wordt ook het ICT-budget van verschillende diensten ook met 38 miljoen euro structureel opgetrokken. De onderbemande ICT-dienst krijgt er 43 mensen bij.
Ook zouden er al heel wat softwareleveranciers rond dossierbeheersystemen interesse tonen. ‘Dit toont het duidelijke engagement aan van deze wereldspelers om zich te engageren bij de uitbouw van nieuwe dossierbeheersysteem en dataplatform voor justitie,’ zegt Edward Landtsheere, woordvoerder van Van Quickenborne aan Data News.
Tegelijk houdt men rekening met geleerde lessen. Het wordt geen grote revolutie, maar wel kijken hoe bestaande (legacy) processen kunnen opgewaardeerd worden tot een goed product. Zo wordt wat in het verleden al geïnformatiseerd werd niet terug afgebroken. De bedoeling is ook dat er voor dit project met meerdere partners wordt gewerkt.
Diensten betrekken
Belangrijk daarbij is de betrokkenheid van verschillende diensten. ‘We trekken lessen uit de vroegere mislukte projecten door mensen op het terrein te betrekken en hen dag na dag concrete vooruitgang te tonen,’ zegt Landtsheere.
Daarvoor worden er vanuit verschillende hoeken, zoals de rechtbanken of de gevangenissen, zeven ict-experts samengebracht in een digitale cockpit om het project in goede banen te leiden, dat wordt het Digital Transformation Office van Justitie. Zij kunnen noden rond digitale transformatie beter identificeren en zijn al een jaar bezig met de stappen in de transformatie.
Die stappen moeten er voor zorgen dat justitie nu met meer middelen en een betere aanpak anno 2022 ook echt de 21e eeuw kan ingaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier