Groei in Belgische gamesector stagneert
De Belgische gamesector groeit niet meer. Het aantal werknemers blijft stabiel, de omzet daalt zelfs. Al ligt dat laatste vooral aan de timing waar games worden uitgebracht. De sector kaart de nood voor investeringen aan.
Sectorvereniging Belgian Games deed samen met haar regionale partners FLEGA, WALGA en Hub.brussels een rondvraag onder Belgische spelontwikkelaars. Daaruit blijkt dat er meer bedrijven actief zijn in de gamesector, maar het aantal werknemers stijgt niet. Het gaat om een rondvraag die afgelopen zomer werd afgenomen, de resultaten voor 2020 slaan dus op activiteiten in 2019, voor de coronacrisis.
Het goede nieuws is dat het aantal bedrijven dat betrokken is bij de ontwikkeling van videogames toeneemt. Momenteel zijn dat er 114, ten opzichte van 95 een jaar geleden. In 2014 stond die teller nog op 65.
Het merendeel daarvan is actief in Vlaanderen, dat 82 gamebedrijven kent. In Wallonië zijn er 19 actief en in Brussel dertien. Per provincie is Antwerpen met 23 bedrijven de koploper.
Geen nieuwe games, geen nieuwe omzet
Maar meer bedrijven zorgen niet voor meer omzet. Voor 2017 en 2018 ging het nog om een omzet van 90 miljoen en 93 miljoen euro. In 2019 daalde dat tot 70 miljoen euro. Het aantal mensen actief in de sector (FTE’s) blijft ten opzichte van 2018 ongewijzigd op 1.100. Al is dat nog steeds een verdubbeling ten opzichte van 2015 (500 FTE’s).
De dalende omzet heeft volgens Belgian Games wel een verklaring en die ligt onder meer bij Larian Studio’s, veruit de grootste spelontwikkelaar van ons land. Die bracht in 2019 geen nieuwe games uit waardoor de omzet ten opzichte van vorige jaren zakt.
Aan Waalse zijde is Appeal Studio momenteel de grootste werkgever, maar ook daar wordt momenteel ontwikkeld over meerdere jaren, wat een impact heeft op de huidige omzet. Ook spelers als Fishing Cactus en Abrakam hadden een overgangsjaar met games die pas dit jaar of volgend jaar verschijnen. Dat maakt dat de sectorvereniging verwacht dat het totale omzetcijfer volgend jaar wel zal toenemen.
Kleine spelers
Een ernstiger probleem volgens de sectorvereniging is de brain drain. Afgestudeerden met specialisaties of interesse in spelontwikkeling trekken naar het buitenland, of naar beter ontwikkelde sectoren.
Dat de gamesector niet al te ontwikkeld is, blijkt ook uit hun omvang. Ons land telt welgeteld één ontwikkelaar met meer dan 250 mensen en drie met 49 tot 250 mensen. Het overgrote deel van de bedrijven, 67 van de 114, doen het met 2 tot 10 mensen. Een kwart van de ontwikkelaars (29 bedrijven) worden elk door één persoon gedragen.
Belgian Games merkt wel op dat dat cijfer niet het werkelijk aantal ontwikkelaars weergeeft. Zo hebben veel beginnende ontwikkelaars (nog) geen bedrijfsvorm en genereren ze nog geen inkomsten.
Meer ondersteuning nodig
De sectorvereniging haalt de cijfers aan om op te roepen voor een betere ondersteuning. Het is daarbij enthousiast over bijvoorbeeld het fonds voor videogames dat Wallimage begin dit jaar aankondigde voor de Waalse markt. In Brussel kreeg ons land er het hoofdkwartier van de Europese e-sports federatie bij en opent het Pixelmuseum.
In Vlaanderen kunnen ontwikkelaars onder meer aankloppen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) dat zo’n 1,5 miljoen per jaar specifiek voor spelontwikkeling voorziet. Daarnaast kwam Vlaams minister van Media Benjamin Dalle recent nog met een bijkomende 100.000 euro, specifiek voor bedrijven die getroffen werden door de coronacrisis.
‘We verwelkomen graag meer bedrijven in ons lokale ecosysteem, maar om onze sector naar het volgende niveau te tillen, moeten we investeringen en werkgelegenheid aanzienlijk stimuleren,’ zegt David Verbruggen van FLEGA, de Vlaamse vereniging van spelontwikkelaars. ‘Dat zal op zijn beurt leiden tot meer en grotere hits, die onze lokale sector groter, gezonder en robuuster maken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier