“In sommige landen is er politieke druk om lokale IT-spelers te bevoordelen”
Na een impasse van zes jaar groeit de pc-markt weer licht. Lenovo klopt zich op de borst dat het in een moeilijk segment efficiëntie en winst door schaalvoordeel heeft. Maar de marktleider ziet ook de nood om te diversifiëren.
Data News spreekt met Francois Bornibus, hoofd EMEA bij Lenovo en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor alle toestellen (minus de smartphones) die het bedrijf in Europa op de markt brengt.
Uw voorganger Luca Rossi voorspelde twee jaar geleden, terecht, dat de markt zou consolideren. Gaan er nog spelers verdwijnen volgens u?
FRANCOIS BORNIBUS:: “De top 5 spelers hebben vandaag 80-85 procent van de markt in handen en zonder die schaal is het lastig concurreren. Ik verwacht nog consolidatie, maar niet dat die vijf spelers honderd procent van de markt zullen hebben.”
Waar ziet u de rest dan nog opduiken?
BORNIBUS: “In subsegmenten van de markt. In sommige landen, niet in West-Europa of Noord-Amerika, is er politieke druk om lokale IT-spelers te bevoordelen. Die spelers kopen hun producten in China, maar krijgen voordelen van de overheid. We zien dat in onder meer Turkije of Rusland. Heb je een Russische naam, dan verkiezen ze jou voor de publieke sector. Maar eigenlijk zijn dat marketingbedrijven. Ze maken of bedenken zelf geen producten, ze kopen ze alleen maar. Die spelers maken zo’n tien procent van de markt uit.
De pc-markt groeit voor het eerst in zes jaar, onder meer omdat bedrijven naar Windows 10 overstappen. Is de grote terugval gestopt?
BORNIBUS: “Zowel Gartner als IDC zien de markt stabiliseren. Bij de grote bedrijven en KMO’s is er groei, zowel wereldwijd als in Europa. De consumentenmarkt blijft dalen met 1-3 procent, al is dat minder dan vroeger.”
“Windows 10 speelt daar zeker een rol in en dat momentum is nog niet voorbij. We verwachten dat de zakelijke markt in de komende twee tot drie jaar weer versterkt en dan stabiliseert. Op de consumentenmarkt blijft het afzien, daarom dat we daar ook kijken naar een uitbreiding naar AR, VR, tablets en toestellen in verschillende form factors.”
Augmented reality en virtual reality worden fel gehyped, maar er lijkt een groot verschil tussen de consument en de zakelijke gebruiker.
We groeien met AR en VR veel sneller op de zakelijke markt dan aan de consumentenzijde.
BORNIBUS: “Inderdaad, in de consumentenmarkt is het nog niet echt van start gegaan. We verkopen wel producten maar de volumes zijn nog niet enorm. We denken dat de content momenteel nog niet rijk genoeg is.”
Gaat het momentum nog komen?
BORNIBUS: “Dat geloof ik wel. Het gaat hem niet enkel over een toestel dat je draagt, maar om het feit dat je live kan zien wat iemand tienduizend kilometer verder ziet. Die ervaring is nu voor een deel beperkt door bandbreedte. Dat zal verbeteren maar het zal tijd vragen.”
“In het zakelijk segment is het een heel ander verhaal. Alle grote bedrijven hebben applicaties voor VR en AR. Denk maar aan het inspecteren van gebouwen om te kijken of de ruwbouw overeenkomt met het plan. Maar de twee markten verschillen. Voor een zakelijke gebruiker moet een bril of helm met AR veel lichter en ergonomischer zijn om het de hele dag te dragen. Het toestel moet ook vlot integreerbaar zijn. We pakken er hier op IFA niet mee uit omdat het zakelijk is, maar we groeien met AR en VR veel sneller op de zakelijke markt dan aan de consumentenzijde.”
Waar de pc-verkoop de afgelopen tien jaar daalde, werd de smartphone booming business. Intussen is die markt stilaan volwassen, verwacht u daar een gelijkaardige tip binnenkort?
BORNIBUS: “Ik geloof dat de smartphonemarkt een volwassen markt is die nu stabiliseert. Gaan we opnieuw naar een groei van 20-30 procent? Neen. Misschien wel in specifieke opkomende markten. Zo is Midden-Afrika vandaag goed voor een derde van EMEA omdat daar nog steeds groei mogelijk is. In mature markten is die groei er uit. We hebben zelf nog veel ruimte om te groeien met Motorola, maar de markt in zijn geheel… neen.
Jullie stellen op IFA ook een slimme lamp, camera en stekker voor. Is de stap naar smart home-toepassingen om te diversifiëren van de laptopmarkt?
BORNIBUS: “Ja, die diversificatie is groeiend, maar er is altijd een link. Alles wat we rond smart home uitbrengen zijn tools die verbinden met je laptop, tablet of telefoon.’
Wie vandaag een laptop zoekt vindt bij Lenovo of HP voor elke 50 euro extra wel een ander toestel. Is het in de strijd om het marktleiderschap belangrijker om in elk prijssegment aanwezig te zijn, of net om zo veel mogelijk form factors of variatie in specificaties aan te bieden?
BORNIBUS: “Je hebt beiden nodig. We hebben een portfolio op basis van wat de markt wil en op wekelijkse basis kijken we hoe die volumes op elk prijspunt evolueren en stemmen we bij waar nodig.”
Is het, met het oog op efficiëntie, dan niet winstgevender om telkens pakweg één laptop van 300 euro, 500 euro, 700 euro, 900 euro enz… te hebben?
Wearables zoals smartwatches hebben we drie jaar geleden met Motorola geprobeerd en het werkte niet.
BORNIBUS: “Neen, je moet op alle prijspunten aanwezig zijn. Je aanbod moet groot genoeg zijn om alle prijspunten te dekken, maar ook de verschillende vormen. En dan hebben we het nog niet over keuzes zoals de schermgrootte. In sommige landen zie je dat 15 inch enorm in trek blijft, elders is het 14 inch of een ander formaat. Hetzelfde voor de keuze tussen SSD en een harde schijf. Er spelen veel elementen waardoor je aanbod enorm breed moet zijn.”
Lenovo doet pc’s, smartphones, tablets, smart home, datacenter, maar geen wearables. Geloven jullie daar niet in?
BORNIBUS: “Neen. Wearables zoals smartwatches hebben we drie jaar geleden met Motorola geprobeerd en het werkte niet. Er zijn wel modellen die werken, bijvoorbeeld specifieke wearables voor sport en gezondheid, maar daar zijn al verschillende spelers actief. Kunnen we iets bijdragen aan die markt? Ik denk het niet. We hebben het geprobeerd en het is onze business niet. Maar zelfs bij de grote spelers in dat segment (Bornibus doelt waarschijnlijk op Apple, nvdr) zijn dat niet de grote successen. Voor health zie ik er wel een markt in, maar momenteel kunnen we daar niets aan toevoegen.”
Er zijn bedrijven die het lastig hebben omdat ze niet weten hoe ze tienduizenden servers aan een Google moeten verkopen. Dat kunnen wij wel.
Lenovo is nummer 4 op de servermarkt. Hoe fel verandert die markt nu bedrijven hun infrastructuur bij een cloudspeler zetten?
BORNIBUS: “We groeien daar momenteel heel sterk (48,8% volgens de recentste Gartner-cijfers, nvdr). Maar grote bedrijven kopen bijna geen servers meer en outsourcen naar de big five. Spelers als wij verkopen nog steeds aan grote bedrijven, maar er is een enorme business in het verkopen aan die vijf grootste.”
“Er zijn bedrijven, ik ga geen namen noemen, die vroeger heel sterk waren in servers omdat ze goed waren in het verkopen aan hun large accounts. Maar nu hebben we het lastig omdat ze niet weten hoe ze tienduizenden servers aan een Google moeten verkopen. Dat kunnen wij wel.”
Is dat comfortabeler of net niet als je verkoopt aan een cloudgigant?
BORNIBUS: “Het grote verschil is dat wanneer je servers verkoopt aan een bedrijf, het niet altijd IT-specialisten zijn. Dus ze willen ook services die er voor zorgen dat alles vlot werkt. Bij de vijf grote spelers is het net extreem technisch. Die komen niet vragen wat ons aanbod is, die zeggen ‘we willen deze server met die processor en die SSD. Ohja en we hebben er tienduizend per maand nodig.’ Het gaat niet over het verkopen van servers maar aan het antwoorden op vereisten en de capaciteit hebben om dat te produceren.”
Wat maakt Lenovo daar een betere speler in dan pakweg een Dell of HP?
BORNIBUS: “Een van de grote verschillen is dat we zelf produceren in onze eigen fabrieken. Veel spelers werken via onderaannemers. Als je dat doet, dan gaat een grote cloudspeler vaak rechtstreeks naar die onderaannemer.’
U doet niet aan outsourcing. Wil u zelf een outsourcer worden?
BORNIBUS: “Het is niet onze strategie en we willen ook geen Google worden die zijn eigen servers aanbiedt. Aan de pc-zijde doen we dat wel en zien we daar groei in. Het gaat dan om ‘factory services’, als een bedrijf pc’s bij ons koopt en daar eigen images op zet, dan doen we dat in de fabriek nog voor de verscheping.”
“We zien ook interesse in pc-as-a-service. Maar dat is momenteel nog een vaag verhaal want iedereen heeft daar zijn eigen definitie voor.”
Dan zit u in het vaarwater van wat bedrijven als Econocom doen?
BORNIBUS: “In zekere zin. Maar voor ons gaat het dan vooral om klanten die geen pc’s willen aankopen, maar er wel 20 of 50 euro per maand voor willen geven. In zo’n geval spreek je van financiering, maar we denken ook aan bedrijven die pakweg in juni tienduizend toestellen nodig hebben omdat het dan druk is, maar slechts vijfduizend in oktober. We bekijken hoe we daar diensten rond kunnen bouwen. Veel klanten praten erover, maar weinigen zijn er mee bezig.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier