Intel: ‘Investeren om chiptekort weg te werken, kost jaren’
De Amerikaanse chipproducent Intel vreest dat het tekort aan halfgeleiders nog twee jaar zou kunnen duren. De ongekende vraag naar computerchips zet de industrie onder zware druk, aldus de nieuwe CEO Pat Gelsinger.
Het wereldwijde tekort aan halfgeleiders heeft de productie in verschillende sectoren verstoord, wat heeft geleid tot tijdelijke stillegging van autofabrieken en een verminderd aanbod van elektronische apparaten, zoals computers.
Volgens Gelsinger, die pas in februari de leiding over Intel heeft overgenomen, zal het nog enkele jaren duren eer er opnieuw aan volle capaciteit chips geleverd kunnen worden. Onder meer omdat de explosieve vraag ook druk zet op de toevoer van materialen en apparatuur. Het Amerikaanse bedrijf onthulde eerder al dat het gaat investeren in twee nieuwe fabrieken in Arizona. ‘Maar het duurt een paar jaar om capaciteit op te bouwen, dat is altijd zo bij nieuwe fabrieken’, aldus Gelsinger.
Tegenslagen
Intel was lange tijd de onbetwistbare marktleider op vlak van processors voor pc’s, maar kwam onlangs onder druk te staan. Het bedrijf kampte met tegenslagen bij de invoering van nieuwe 7 nanometer-chips, die efficiënter zijn. Volgens Intel zijn die problemen intussen wel van de baan. Een ander pijnpunt is dat Apple voor Mac-computers tegenwoordig gebruikmaakt van zelf ontwikkelde Silicon-processors, en dus niet langer van de Intel-chips.
In het eerste kwartaal van dit jaar boekte Intel een omzet van 19,7 miljard dollar, één procent minder dan een jaar eerder. De winst daalde met 41 procent tot 3,4 miljard dollar. Dat lagere resultaat heeft onder meer te maken met een kostbare rechtszaak die Intel voert. Voor 2021 heeft het bedrijf de verwachtingen wel verhoogd.