Low-codemaker Mendix breidt uit naar België
Mendix heeft grootse plannen. Het van oorsprong Nederlandse bedrijf, nu dochter van Siemens, is een van de grootste spelers op de markt van de ‘low code’ en het breidt nu uit naar België.
Mendix maakt al vijftien jaar platformen voor ‘low code’ programmeren. Het idee daarachter is dat je medewerkers de tools geeft om zelf kleine programma’s te bouwen die hen in hun dagelijks werk kunnen helpen, terwijl op de achtergrond het IT-departement ervoor zorgt dat alles volgens de regels van privacy en beveiliging loopt, en bijspringt om de meer complexe apps te bouwen. Een beetje zoals de macro’s in oude Word-documenten, maar dan veiliger en veel uitgebreider. In ons land gebruikte sanitairgroothandel Van Marcke het platform bijvoorbeeld om een eigen contact tracing app te bouwen.
Lokalisering
Low code is, in tijden waarin alles via appjes verloopt, aan een opmars bezig, en als een van de marktleiders wil Mendix sterk internationaal uitbreiden. Ons land is een logische stap voor de Nederlanders, zegt Rob van Lubek, VP voor EMEA bij Mendix, die de Europese organisatie bij het bedrijf verder moet uitbouwen. “Inmiddels hebben we een drietal mensen in België en dat team gaan we nog met twee krachten uitbreiden. En dan hebben we een team in Frankrijk en het Midden-Oosten”, zegt van Lubek aan Data News. “We kijken nu nog of we ook in andere regio’s de lokalisering gaan aanpassen, gebruik maken van de lokale taal, cultuur en gewoontes.”
Mendix heeft een hoofdkantoor in Rotterdam, en de Belgische vestiging komt in het Leuvense. Op zich is dat niet super ver van elkaar. Waarom dan toch dat extra kantoor? “Sinds 2018 zijn we onderdeel van Siemens (Mendix is een onafhankelijke dochter, nvdr.), dat entiteiten heeft in veel landen. Dat maakt de drempel om lokaal te werken kleiner, vanuit juridisch oogpunt, maar ook qua investeringen”, zegt van Lubek. “We vinden het daarbij belangrijk om de taal van het land te spreken. Niet alleen woordelijk, naar Frans of Nederlands, maar ook als het gaat om de cultuur en de gebruiker. Je kan een Nederlander naar België sturen en dat kan werken, maar dat is meestal niet echt optimaal. Net als wanneer je een Belg naar Frankrijk stuurt. Die spreken allebei Frans maar je merkt toch dat het net iets anders is, qua woordkeuze en dialect.”
Partners
Het bedrijf wil dus met lokale teams werken, om de communicatie met partners en gebruikers zo vlot mogelijk te laten verlopen. “We willen sterk groeien via partners”, legt van Lubek uit. “Als je met een lokaal team werkt, is het makkelijker om relaties te onderhouden, om contact te hebben over lopende zaken. Ook de klanten vragen erom. Zij doen graag zaken met mensen die dichterbij staan. Je merkt dat als je als Nederlander naar Frankrijk of het Midden-Oosten gaat, dan kom je op bezoek, en bezoek gaat weer weg. Lokale mensen blijven ter plaatse om ondersteuning te bieden.”
Die focus op partners is geen toeval, zegt van Lubek. “De vraag neemt toe”, vertelt hij. “Als je een directe verkooporganisatie hebt, dan zijn er mensen die getraind zijn op dat specifieke onderwerp, maar de schaalbaarheid daarvan is relatief beperkt. Ons partnerkanaal wordt daarom belangrijker om de toenemende vraag op te pikken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier