Volgende doelwit Trump: netneutraliteit
Volgens een artikel in The New York Times heeft de Trumpadministratie zijn zinnen gezet op het ongedaan maken van de netneutraliteitsregels uit het Obamatijdperk. Die werden goedgekeurd in 2015 om te verzekeren dat providers alle internetverkeer gelijk behandelen. Eerder deze week keurde het Amerikaans Congres nog de intrekking van geplande privacywetten onder Obama goed.
Concreet verhindert netneutraliteit dat netwerk- en mobiele providers aan het internetverkeer van bepaalde onlinediensten die het kunnen betalen voorrang verleent, vaak ook aan een lagere prijs voor de consument. Dit terwijl de webtrafiek van diegenen die het niet kunnen betalen trager verloopt. Dat zou ervoor zorgen dat er een ongelijke toegang tot internetdiensten ontstaat.
In een persconferentie kondigde Sean Spicer, de woordvoerder van het Witte Huis, aan dat de Obamaregels een voorbeeld waren van “bureaucraten in Washington”, door restricties te plaatsen op internetproviders. President Trump zal volgens Spicer “blijven vechten tegen de bureaucratie vanuit Washington dat Amerikaanse innovatie, jobcreatie en economische groei hindert”.
Binnen de Europese Unie bestaat er sinds enkele jaren een wet op netneutraliteit om netwerkproviders ertoe te dwingen alle verkeer gelijk te behandelen. Vorig jaar heeft de EU nog richtlijnen gepubliceerd om de wet verder te verduidelijken. Deze week lanceerde Proximus een proefproject, waarvan critici beweren dat het de voeten veegt aan netneutraliteit. Het telecombedrijf biedt nu de mogelijkheid aan ondernemingen om hun mobiele internetverkeer te sponsoren, zodat gebruikers niet meer moeten betalen voor data die ze via bepaalde apps verbruiken. Minister van Telecom Alexander De Croo heeft de zaak laten controleren door telecomregulator BIPT. Die oordeelde echter dat de nieuwe Proximusabonnementen de regels rond netneutraliteit niet schenden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier