Bescherming sociale media voor het Amerikaanse Hooggerechtshof

Twitter Facebook en YouTube iconen
Els Bellens
Els Bellens Technologiejournaliste bij Data News

Twee zaken rond Google, Twitter en Facebook die deze week voor het hof komen kunnen voor een deel de toekomst van het internet bepalen. Het Hooggerechtshof heeft namelijk de mogelijkheid om het beruchte Sectie 230 van de Amerikaanse grondwet opnieuw te interpreteren.

Het Amerikaanse Hooggerechtshof, de hoogste rechtbank in het land, behandelt deze week twee zaken tegen techgiganten. Ten eerste is er een zaak tegen videodienst YouTube met de naam Gonzalez versus Google. Daarin wordt de vraag behandeld of YouTube, dat onderdeel is van Google, aangeklaagd kan worden omdat buitenlandse terroristen filmpjes op de videodienst plaatsten, en de dienst die vervolgens aanraadde aan gebruikers.

Een dag later kijkt het hof ook naar Twitter versus Taamneh. Ook deze zaak draait om een slachtoffer van terrorisme. Nawras Alassaf, een Jordaniër, werd in 2017 doodgeschoten in een nachtclub in Istanbul in een massamoord die geclaimd werd door IS. Nabestaanden willen Twitter, Google en Facebook kunnen vervolgen onder de Amerikaanse Anti-Terrorism Act, omdat ze niet genoeg zouden hebben gedaan om terroristisch gedachtegoed te verwijderen.

Sectie 230

In beide gevallen draait het in de grond dus om de vraag of sociale media verantwoordelijkheid dragen over wat er op hun platform wordt geplaatst. Een bepaling in de Amerikaanse grondwet, genaamd Sectie 230, stelt dat ‘aanbieders of gebruikers van een interactieve computerdienst niet als uitgever van informatie’ worden behandeld. Tot nu toe is die sectie altijd genoeg geweest om er van uit te gaan dat sites als Reddit, Facebook en Twitter niet verantwoordelijk zijn voor berichten die gebruikers plaatsen en YouTube niet verantwoordelijk is voor filmpjes en commentaren op zijn platform. In die zin is de sectie een van de grondvesten van het huidige internet.

Maar algoritmes kunnen die interpretatie veranderen. In de eerste zaak raadde YouTube de filmpjes van terroristen namelijk aan andere gebruikers aan. Daarmee is de zaak nu ook al interessant voor de nieuwe zoekdiensten die Microsoft en Google op basis van kunstmatige intelligentie willen maken. De vraag is dan of zij ook verantwoordelijk zijn voor welke resultaten die zoekmachines aanbieden en uit welke bronnen ze citeren. Bij een traditionele zoekmachines heeft de gebruiker nog veel meer zeggenschap over het bronnengebruik.

Amerikaanse politici vragen al langer om de Telecommunicatiewet aan te passen en de bescherming van techplatformen te verminderen. Tot nu toe is dat niet gelukt. Als de bescherming wegvalt, kan dat wel gevolgen hebben voor het internet, ook bij ons. De bedrijven zouden zo nog voorzichtiger kunnen worden met het toelaten van onderwerpen, uit vrees voor rechtszaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content