Analyse | Nieuws

Amerikaanse Justitie wil bescherming sociale media inperken

Els Bellens
Els Bellens Technologiejournaliste bij Data News

Het Amerikaanse Ministerie van Justitie heeft een lijst met voorstellen gelanceerd waarmee het de Telecommunicatiewet wil hervormen en de bescherming van sociale media en websites tegen rechtszaken wil inperken.

De voorstellen komen er nadat president Donald Trump eind mei een decreet tekende waarmee hij de hervorming van de wet vroeg. Dat decreet kwam er dan weer nadat Twitter een van zijn postjes had voorzien van een ‘fact check’. Het huidige rapport is echter gebaseerd op een onderzoek dat Justitie al jaren voert naar de manier waarop sociale media werken, en de invloed die grote techbedrijven als Amazon, Facebook en Google uitoefenen op de berichten die er geplaatst en verspreid worden.

Section 230

De Amerikaanse Telecommunicatiewet, ten volle The Communications Decency Act, bestaat al sinds 1996 en vormt een van de grondbeginselen van het internet. Het ondertussen beruchte artikel 230 van deze wet beschermt websites en apps tegen rechtszaken over content die er gepost wordt door gebruikers. De wet betekent onder meer dat Twitter of Facebook niet aangeklaagd kunnen worden voor, bijvoorbeeld, opruiende of discriminerende postjes die een van hun gebruikers publiceert. De huidige wet legt ook geen regels op over welke content toegelaten moet worden, en geeft websites zelf de controle over hoe ze dat allemaal modereren. De wet draait overigens niet alleen om sociale netwerken, maar wordt ook ingeroepen om filtersoftware zoals security-apps, te beschermen tegen rechtszaken van bedrijven die zichzelf niet graag gefilterd zien.

Een belangrijke wet, dus, die ervoor gezorgd heeft dat het huidige landschap van techgiganten en sociale media is kunnen ontstaan, met al zijn voordelen en zijn problemen. De wet, en het artikel 230, is dan ook al jaren onderwerp van discussie en werd ook al eens aangepast. De SESTA-wet (Stop Enabling Sex Traffickers), voegde in 2018 een amendement toe aan artikel 230, dat websites en apps wel verantwoordelijk stelt als ze mensenhandel of kindermisbruik faciliteren. Die SESTA-wet is overigens de reden waarom er geen sekszoekertjes meer op sites als Craigslist staan. Een en ander moet een idee geven van wat er zou gebeuren als artikel 230 in zijn geheel verwijderd om omgevormd wordt, en de SESTA -wet kreeg bij aanname dan ook kritiek van activisten voor vrije meningsuiting, die stelden dat het amendement kan worden gebruikt om eender welke vorm van seksuele beleving te vervolgen.

Weghalen, met rust laten of ergens tussenin

Het is in die context dat het Ministerie van Justitie nu met een reeks voorstellen komt. “Velen hebben gevraagd om het artikel helemaal in te trekken nu het technologische landschap veranderd is en online kwaad groeit”, schrijft het ministerie in zijn rapport. “Anderen benadrukken dat Section 230 met rust moet worden gelaten omdat het de techindustrie kan doen afbrokkelen. Gebaseerd op onze analyse, gelooft het ministerie dat er een productieve middenweg is, en het heeft een reeks van weloverwogen maar concrete voorstellen opgesteld die veel van de bezorgdheid rond Section 230 moet adresseren.”

Hoe zien die voorstellen er dan uit? Het rapport wil ten eerste dat immuniteit onder artikel 230 niet geldt voor “echt slechte partijen”. Dat zouden dan in principe partijen zijn die criminele activiteiten toelaten. Dat lijkt vooral te doelen op sites als Backpage, de inspiratie voor SESTA, die doelbewust mensenhandel toelaten omdat er veel geld mee te verdienen valt. Immuniteit zou dan vervallen als een site of app inhoud host rond kindermisbruik, terrorisme en cyberstalking. Het rapport merkt op dat zo’n amendement kan leiden tot een hoop frivole rechtszaken, dus zouden aanklachten op die grond alleen mogen komen van federale instanties.

Volgens het voorstel moeten sites hun gebruikers ook de optie geven om illegale activiteiten te rapporteren, zodat de site in kwestie niet kan doen alsof het zich van geen kwaad bewust is. In een verdere stap zegt het rapport dat sites logs moeten bijhouden van al hun diensten, en die op vraag van de politie moeten delen “om hun immuniteit te behouden”.

Misschien het lastigste van de voorstellen is de oproep om immuniteit te laten vervallen “als een platform weet of genotifieerd werd dat inhoud van een derde partij de federale wetten overtreedt of waar het platform een rechterlijke uitspraak kreeg dat de inhoud op enige wijze onwettelijk is”. Grote platformen als YouTube of Facebook gaan ongetwijfeld aangeven dat het onmogelijk is om hun miljoenen postjes op deze manier te modereren.

Aan de andere kant vindt het ministerie dan weer niet dat platformen als Facebook en Twitter zelf content mogen verwijderen die dan wel kwaadaardig of kwetsend is, maar nog wel binnen de wet valt. Op dit moment mogen sites zelf kiezen wat ze modereren, als zij vinden dat het “obsceen, onzedelijk, wellustig, smerig, gewelddadig, intimiderend of anderzijds aanstootgevend” vinden. Het rapport suggereert dat het vrij vage ‘anderzijds aanstootgevend’ weggehaald wordt. Met andere woorden: laat de postjes van de president met rust.

Volgende stappen

Het gaat voor alle duidelijkheid om aanbevelingen. Het Ministerie van Justitie kan de wet in principe niet aanpassen, dat kan alleen het Amerikaanse Congres (de Senaat en het Huis van Afgevaardigden dus). Hoeveel van de punten daar worden overgenomen, is nog onduidelijk. Rond de hervorming van artikel 230 zijn doorheen de jaren al meerdere wetsvoorstellen ingediend maar de eerste die het ooit haalde was de eerder genoemde SESTA. En die schermde met kinderpornografie om zijn slag binnen te halen.

De techindustrie heeft de laatste jaren alvast een hele reeks politici, zowel in de VS als wereldwijd, tegen zich in het harnas gejaagd. Herinner u bijvoorbeeld de publieke ondervragingen van Mark Zuckerberg over de rol van Facebook rond Russische inmenging, of de privacy van gebruikers. Ook Google CEO Sundar Pichai heeft zich al eens moeten verantwoorden voor datzelfde Congres rond het verzamelen van data en, wederom, privacy. Zowel de Republikeinse Partij als de Democratische heeft leden die zich hier willen laten gelden. Vaak zit het probleem daar overigens niet alleen bij monopolies en hoe er met data omgegaan wordt, maar ook met wat er gemodereerd wordt: te veel of net te weinig, afhankelijk van het standpunt. En daar draait net dit voorstel rond. Anderzijds lusten de beide partijen elkaar onder de beste omstandigheden al rauw, en in een jaar van coronacrississen, massaprotesten en presidentsverkiezingen is de kans klein dat ze het eens zullen worden.

Als de voorstellen in een wet worden gegoten, is het ook zo goed als zeker dat ze voor de rechtbank worden betwist. Het decreet dat president Trump eind mei tekende, werd een week later bijvoorbeeld al voor de rechter gehaald door activisten die vrezen voor de vrije meningsuiting van burgers. De weg naar een echte hervorming van sociale media van buitenaf is dus waarschijnlijk nog ver af. Maar dat zeiden we bij netneutraliteit ook.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content