Luc Koenot, al 30 jaar actief in de informatisering van de Delhaize-groep, werkt ook vandaag nog mee aan de invoering van technologieën die het leven van de klanten in de supermarkten vergemakkelijken of die de beheerskosten verlagen.
De laatste jaren stonden in het teken van een geleidelijke overschakeling van interne ontwikkelingen naar een ‘best of breed’-strategie, samen met een steeds verder doorgedreven integratie en een rationalisering van de applicatieportefeuille.
U bent in de praktijk senior vice-president en cio van Delhaize België, en tegelijk vice-president IT voor Europa. Kunt u dat even toelichten?
Luc Koenot: De Delhaize-groep is actief in zeven landen in drie werelddelen. De ict loopt over drie niveaus. In de eerste plaats is er het lokale niveau, per operationele entiteit, dat dicht bij de behoeften van de gebruikers staat en voor ondersteuning zorgt maar daarnaast ook de ontwikkeling van specifieke applicaties voor elk land voor zijn rekening neemt. Dan is er het regionale niveau – voor mij is dat dus Europa -, dat instaat voor de architectuur, de invoering en exploitatie van een infrastructuur en netwerken in een shared service centre. Sommige applicaties worden trouwens in heel Europa gedeeld. Het laatste is het wereldwijd niveau, met een groeps-cio, Terry Morgan, die alle it-teams van de groep verenigt rond synergieën en convergentie van systemen nastreeft als die tot schaalvergroting kunnen leiden. België is niet alleen de bakermat van onze in 1867 opgerichte onderneming, maar qua omzet ook de grootste markt in Europa. Onze winkels in het Groothertogdom Luxemburg en Duitsland worden vanuit België beheerd. De twee andere Europese landen zijn Griekenland en Roemenië.
In een groep als Delhaize is it alomtegenwoordig.
Luc Koenot: Er zijn zeer weinig medewerkers die bij de dagelijkse uitvoering van hun taken geen it gebruiken, zowel in de verkooppunten als in de magazijnen, en zeker ook in de centrale departementen. De zoektocht naar efficiëntie enerzijds, de differentiatiestrategie én de wil om de nr. 1 of 2 te zijn in elke markt waar de groep aanwezig is, maken van onze it een strategisch wapen.
Hoe is de informatica-infrastructuur opgebouwd?
Luc Koenot: De infrastructuur wordt beheerd op het niveau van het Europese shared service centre. We hebben zowel in Brussel als in Athene twee datacenters, en alle andere landen zijn daarop aangesloten. Al naargelang van de applicatie kiezen we de beste plaats om de infrastructuur te huisvesten. Zo draait het Europese SAP-platform bijvoorbeeld in Brussel, maar andere oudere of lokale applicaties worden in Brussel of Athene gehost, dat hangt af van geval tot geval. Alle in Luxemburg, Duitsland en Roemenië gebruikte applicaties draaien wel vanuit Brussel.
Veel it werd ook vervlochten in de verkooppunten, de winkels, waar we it-systemen hebben ingevoerd die autonoom kunnen draaien voor als het netwerk uitvalt. In onze magazijnen gebruiken we een meer industriële vorm van it. De bevoorradingsketen is een belangrijke pijler van de groep, of het nu gaat om de logistiek in de magazijnen, transport, aanvulling van voorraden, inventarisbeheer, enz.
Wat zijn de grote projecten?
Luc Koenot: In elke tak van de onderneming lopen er grote projecten. In de winkels breiden we de systemen voor self-scanning, self-payment en quick shopper uit, waardoor onze klanten sneller langs de kassa kunnen passeren en we hen het shoppen aangenamer maken. Voor de supply chain starten we momenteel met een groot project voor de vernieuwing van de systemen voor goederenbeheer tegen 2010: van de bestelling van de goederen bij de leverancier tot de betaling van de facturen, via de organisatie van de bevoorradingsstromen voor de winkels. Het gaat om een kapitaal project, waarbij heel wat oude applicaties zullen worden vervangen door een geïntegreerd systeem. Kenmerkend voor onze bevoorradingsketen is een sterke centralisatie, een hoge leveringsfrequentie en een snelle uitvoering. Dat alles garandeert, vooral voor producten zoals groenten en fruit, een maximale versheid voor de consument.
Op het vlak van de logistiek gaan we verder met de automatisering van onze magazijnen, die overigens allemaal zijn uitgerust met spraakherkenningstechnologie voor onze order pickers. Ook het transport wordt geoptimaliseerd. We gaan een gecentraliseerde dispatching invoeren die onze volledige vrachtwagenvloot zal beheren, en ervoor zorgt dat die vrachtwagens ook optimaal gevuld worden om het aantal kilometers op de weg te verminderen. In het licht van de milieu- en mobiliteitsproblematiek leek ons dit een lovenswaardig initiatief. We zijn ook gestart met de tracking van vrachtwagens via gprs, en we gebruiken rfid voor een optimale follow-up van de bakken waarin we vers vlees naar de winkels sturen.
Voor het inventarisbeheer doen we een beroep op het ACIS-systeem (Average Cost Inventory System) voor een uiterst nauwkeurige follow-up van elk artikel, de analyse van de verkoop, verliezen en marges per winkel, maar ook om de ideale aanvulling van voorraden te bepalen. Het motto hier is: “het juiste product op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid”.
In 2009 zetten we ook een aantal belangrijke BI-projecten voort. We beschikken tot in de kleinste details over alle transactiegegevens, onder andere dankzij de Pluskaart, waarmee we bijvoorbeeld analyses van klantensegmenten kunnen uitvoeren of informatie kunnen aanmaken voor de besturing van de onderneming door het management.
U maakt ook veel werk van de communicatie met uw leveranciers.
Luc Koenot: Ik kan bevestigen dat Delhaize een pioniersrol heeft gespeeld in de elektronische relaties met zijn leveranciers. We maken natuurlijk gebruik van EDI en zijn aangesloten op datapools voor de synchronisatie van de referentiesystemen voor de artikelen. Onze leveranciers hebben via een vendor portal overigens rechtstreeks toegang tot onze systemen voor het onderhoud van hun referentiegegevens, maar ook voor het beheer van bestellingen, verzendingsberichten, facturen, en nog veel meer.
Evolueert u ook naar packages?
Luc Koenot: Vroeger hebben we onze applicaties bijna altijd intern ontwikkeld, maar nu kiezen we liever voor de ‘best of breed’ formule: als er een package bestaat dat aan onze behoeften voldoet, dan installeren we het; anders ontwikkelen we het zelf. Zo ontwerpen we applicaties die ons een concurrentievoordeel bieden, zoals op het niveau van het leveranciersportal of met rfid. Maar voor financiën bijvoorbeeld viel de keuze voor ons Europees platform op SAP. We gebruiken ook een softwarepakket voor het magazijnbeheer en het kassasysteem.
U bent overigens bezig met de rationalisering van uw applicatieportefeuille. Hoe evolueert de infrastructuur?
Luc Koenot: We rationaliseren onze infrastructuur met een dubbele doel voor ogen: een vermindering van de beheers- en onderhoudskosten enerzijds, en een vermindering van ons energieverbruik anderzijds. In de context van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid vormt groene IT een belangrijke pijler. We hebben onze Wintel-servers geconsolideerd op blades en op mainframeniveau doen we een beroep op twee IBM-toestellen van de allernieuwste generatie. Tegelijkertijd nemen we stilaan afscheid van de BS/2000-mainframes. We hebben bovendien Unix-servers van de IBM pSeries, AS/400’s en Wintel-servers die we geconsolideerd hebben. Op al deze platformen virtualiseren we onze omgevingen om maximaal rendement te halen uit de infrastructuur en ze flexibeler te maken. We vereenvoudigen ook onze platformen, onder meer door af te stappen van de SuperDome van HP die te gespecialiseerd en te duur was geworden.
In onze datacenters hebben we overigens ‘free cooling’- en ‘inrow cooling’-technologieën ingevoerd, ook weer met het oog op het milieu.
Wat de talen betreft, gebruiken we nog altijd Cobol, maar ook .Net voor het Intel-platform. En onze applicatiearchitectuur evolueert naar een soa.
En uw it-teams?
Luc Koenot: Ons it-team in Brussel telt alles samen 150 plaatsen (ontwikkeling, infrastructuur, exploitatie, ondersteuning, …). We hebben vorig jaar 30 mensen in dienst genomen en zouden ook dit jaar 30 nieuwe medewerkers willen aantrekken. We zijn vooral op zoek naar projectmanagers, businessanalisten, ontwikkelaars, Microstrategy-experts, maar ook technische experts op het vlak van infrastrutuur, DBA, netwerken, BI, san’s, enz.
We doen daarnaast ook een beroep op outsourcing en in mindere mate offshoring, alleen als de besparingen de moeite lonen. En voor zeer specifieke expertisegebieden schakelen we externe bronnen in.
Hoe zit het met de it-budgetten?
Luc Koenot: In 2006-2007 was de stijging beperkt, maar in 2007-2008 gingen de budgetten er weer fors op vooruit. Ondertussen zouden ze stabiel moeten blijven, aangezien wat we besparen door rationalisering meteen in nieuwe projecten wordt geïnvesteerd.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier