Wat verandert er met de Digital Services Act?

© Getty Images
Pieterjan Van Leemputten

Vandaag gaat een van de omvangrijkste Europese technologiewetten van start. Wat betekent dat voor consumenten en voor de bedrijven die onder de wetgeving vallen?

De Digital Services Act, kortweg DSA of in het Nederlands de Verordening inzake digitale markten, is gericht op zogenaamde VLOP’s, very large online platforms of VLOSE’s, very large online search engines. Een Europese term om big tech te definiëren. In praktijk komt dat neer op diensten met meer dan 45 miljoen maandelijkse gebruikers.

Wie valt er onder de DSA?

De volgende spelers zijn grote online platformen volgens Europa.

  • Alibaba AliExpress
  • Amazon Store
  • Apple AppStore
  • Booking.com
  • Facebook
  • Google Play
  • Google Maps
  • Google Shopping
  • Instagram
  • LinkedIn
  • Pinterest
  • Snapchat
  • TikTok
  • Twitter (X)
  • Wikipedia
  • YouTube
  • Zalando

Daar komen ook Bing en Google Search bij als zeer grote zoekmachines.

Eind vorig jaar voegde de Europese Commissie daar ook nog de pornoplatformen Pornhub, Stripchat en XVideo’s aan toe. Hoewel weinig gebruikers er openlijk over praten, tellen de platformen wel degelijk meer dan 45 miljoen actieve gebruikers.

Europa telt daarbij elke dienst apart. In praktijk gaat het om iets minder bedrijven. Zo behoren Instagram en Facebook beiden tot Meta en vallen YouTube, Google Search, Play, Maps en Shopping onder Alphabet.

Wat moeten zij doen?

Bovenstaande platformen moeten vanaf vandaag een stuk actiever hun platformen beheren en gebruikers meer keuzevrijheid geven. Dat wil onder meer zeggen dat advertenties gelabeld moeten zijn, met informatie over wie ze promoot. Dat is een stevige kluif voor Meta en X, waar advertenties die leiden naar nagemaakte nieuwssites of oplichting rond cryptomunten (al dan niet valselijk gepromoot met een bekend gezicht), dagelijks voorvallen. Advertenties moeten ook in een databank komen, voor mogelijk verder onderzoek.

Een recente frauduleuze advertentie op X (Twitter), een dag voor de DMA van kracht gaat. Dergelijke posts verschijnen dagelijks op het platform zonder veel controle.

Ook de gebruiksvoorwaarden moeten op een eenvoudig begrijpbare manier beschikbaar zijn in de talen van de lidstaten waar ze actief zijn. Tegelijk moeten die gebruikers geïnformeerd worden over hoe dingen worden aanbevolen en moeten ze zich daarvan kunnen uitschrijven.

Het wordt makkelijker om illegale inhoud te rapporteren en er moet een degelijk proces komen om dat te verwerken.

Naar minderjarigen toe moet de privacy beter beschermd worden, inclusief een verbod op targeted profiling. Platformen moeten zichzelf ook evalueren rond de negatieve effecten die ze hebben op de mentale gezondheid van kinderen.

Dat speelt in het bijzonder voor Instagram, dat al lange tijd wist dat haar beeldenplatform jonge meisjes leidde naar eetstoornissen en zelfmoordneigingen. Maar dat werd pas bevestigd toen een klokkenluider dat naar buiten bracht. Een andere klokkenluider beweert daarover dat het bedrijf stappen kon nemen om meisjes beter te beschermen, maar dat niet deed

Ook rond desinformatie en contentmoderatie moeten de platformen meer doen om dat soort materiaal weg te houden. Een volledig overzicht van de regels kan je hier terugvinden.

Wat als ze dat niet doen?

Wie de regels schendt, riskeert boetes tot tien procent van de wereldwijde omzet. Vermoedelijk wordt de soep echter heter geserveerd dan gegeten.

Ook bij de GDPR-wetgeving wordt een percentage van de omzet als maximumboete gehanteerd, maar in praktijk is het nog nooit zo hoog opgelopen. Vaak wordt de boete daar afgestemd op basis van de omvang van het privacyprobleem, maar ook de mate waarin het bedrijf haar werkwijze aanpast. Pas als een organisatie hardnekkig weigert haar gebruikers te beschermen lijkt zo’n monsterboete realistisch. Vermoedelijk zal dat principe ook bij de DSA van toepassing zijn.

Wat merk ik daar als gebruiker van?

Alles opsommen wat er momenteel gaande is, zou dit artikel naar een klein boek brengen. Maar in het algemeen zijn de grote internetplatformen al ongeveer een jaar bezig met kleine en grote aanpassingen om in lijn te zijn met de DSA.

Een van de opmerkelijkste wijzigingen is dat Apple met haar App Store niet langer de enige app-verdeler mag zijn op iOS. Er moeten ook andere applicatiewinkels toegelaten worden. Andere Apple-toestellen moeten dan weer de optie krijgen om een andere voorkeurswebbrowser op te geven. Dingen die al langer mogelijk zijn op Android (waar meerdere applicatiewinkels te installeren zijn), of Windows (waar Europa Microsoft destijds dwong om mensen een andere standaardbrowser te laten kiezen).

Gaat dat een wereld van verandering met zich meebrengen? Misschien. Het laat in de eerste plaats toe dat je iPhone ook apps kan draaien die Apple niet toelaat in de App Store. Maar vermoedelijk zullen de meeste gebruikers daar weinig gebruik van maken.

Binnen Windows 11 zal je dan weer kunnen kiezen om links niet standaard in Edge te openen. Dat kan al even, maar was een voorbereiding op de DSA (en bestaande DMA-wetgeving).

Bij Facebook heeft de DSA er onder meer toe geleid dat het sociaal netwerk voortaan advertentievrij beschikbaar is. Maar het rekent daar een in verhouding hoge abonnementsprijs voor (12,99 euro per maand). Meta maakte bij de aankondiging ook duidelijk dat het dat doet om in regel te zijn met de GDPR en DSA wetten. Ook kan je sinds kort je Facebook- en Instagramprofiel loskoppelen.

Bij Google wordt onder meer de integratie tussen de zoekmachine en Google Maps wat teruggeschroefd. Zo zijn kaarten in de zoekmachine (geleidelijk aan) niet langer aanklikbaar.

Nuttig of nodeloos vervelend?

Dat soort dingen maakt de wet meteen ook makkelijk bekritiseerbaar. Grote techbedrijven zetten fel in op dergelijke integraties met hun eigen producten. Dat maakt dat een gebruiker van dienst A ook dienst B of C gaat gebruiken. Vaak werken de producten van één speler vlot samen en is dat een aangename ervaring. Sommige spelers wijzen ook graag naar de DSA om een beperking van die integratie te duiden.

Maar dat maakt de DSA niet minder noodzakelijk. Zo kan je je afvragen of Google Maps even populair zou zijn, mocht het niet constant worden aangeboden via andere diensten van Google. Of dat Edge zo vaak zou worden gebruikt mocht Microsoft het niet als standaardtool voor links gebruiken.

Zulke integraties beschermen grote online platformen van concurrenten die mogelijk meer innoveren of beter inspelen op moderne noden. De DSA moet die knoop ontwarren en ook andere spelers een gelijk speelveld geven. Dat wil zeggen dat de grootste spelers op het landschap voortaan ook ruimte moeten voorzien waar kleinere concurrenten de consument kunnen bereiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content