De overheid gooit het elektronische proces-verbaal (ePV) in de strijd tegen de sociale fraude. Een investering van twee miljoen moet jaarlijks vijf miljoen extra opleveren.
Het ePV past binnen het streven van de FOD Justitie naar meer elektronische procesvoering, met name bij de controle op sociale fraude. Het elektronisch proces-verbaal biedt de gebruikers van onder meer de Sociale Inspectie, de RSZ-inspectie en de RVA-inspectie een uniform gegevensmodel. Dat moet leiden tot pv’s van hogere kwaliteit, en zo tot de inning van meer boetes en tot meer strafrechtelijke vervolging. Het ePV is een webtoepassing. Inloggen gebeurt via de elektronische identiteitskaart. De toepassing steunt onder meer op een uniforme inbreukenlijst. Die zorgt ervoor dat de inspecteurs niet langer telkens de exacte terminologie moeten opzoeken in wetteksten.
Het ePV moet het werk van de inspecteur een stuk vlotter laten verlopen. De toepassing vermeldt onder meer de zogenaamde constitutieve elementen en de geldingsduur van de inbreuken. Om in aanmerking te komen voor strafrechtelijke vervolging of administratieve geldboete moet de inspecteur die in het pv bewijzen. Het ePV brengt die elementen aan, realiseert zo een productiviteitswinst en verlaagt het risico op afgewezen dossiers. Verder is er een koppeling met authentieke bronnen, zoals het Rijksregister en de Kruispunt voor Ondernemingen, die in het pv waar mogelijk automatisch administratieve gegevens invult.
Vijf miljoen per jaar
De diensten die toegang krijgen tot de toepassing, sturen de pv’s elektronisch door naar de dienst Administratieve Geldboeten bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO). Op termijn zal ook de FOD Justitie de pv’s elektronisch ontvangen. Begin oktober, zeven maanden na de lancering van het ePV, waren er al ruim 5.500 elektronische pv’s opgesteld. Het gebruik van het ePV moet zorgen voor tijdwinst bij de administratie, waardoor de kans op verjaring van boetes verkleint. De verbeterde informatieuitwisseling zal ook bijdragen tot efficiëntere controles en betere opvolging van dossiers.
Het ePV moet de huidige vervolgingsgraad voor sociale fraude van 65 procent helpen optrekken tot 85 procent. Eenmaal de elektronische uitwisseling van data uit de ePV-databank algemeen in gebruik is genomen, verwacht de overheid een extra jaarlijkse opbrengst van naar schatting vijf miljoen euro. De Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst coördineerde het project, in nauw overleg met de Directie Administratieve Geldboeten van de FOD WASO, de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD WASO en de inspectiediensten van de RSZ en RVA. Smals trad op als technische ict-partner. Het projectbudget bedroeg ongeveer twee miljoen euro.
[DVD]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier